Gezien de geplande reis naar Marrakech in april in het water is gevallen omwille van een ondertussen door iedereen gekend virus, is het naar de zomervakantie toe zoeken naar landen met de scoren van “de veilige groene bol”. Na heel wat wikken en wegen valt de keuze op Duitsland … een bestemming die nog niet op de website te vinden was gezien de trip naar Berlijn (een aangename verrassing en zeer grote aanrader) zich bevond voor het digitale tijdperk en ver voor de start van deze website.
Op vrijdag juli 2020 vertrekken we rond de middag om na enkele uurtjes rijden zonder fileleed aan te komen in het dorpscentrum van Mörz dat ongeveer vier straten groot (of klein) is en van waaruit we de Moezelstreek zullen verkennen. Aangekomen op de plaats waar we de sleutel van ons appartementje dienen op te pikken, begint het geknoei met de Duitse taal en het invullen van de coronaformulieren waarna we de boodschap krijgen dat er een probleem is met onze boeking. Wat dat probleem juist is, krijgen we niet duidelijk maar de vrije vertaling van het probleem lijkt ons “overboeking” te zijn. De dame die duidelijk aan het roer staat, doet ons een voorstel dat niet te weigeren valt … een ander appartementje aan de overkant van de straat voor een drietal dagen en als compensatie vier ochtenden ontbijtbuffet en vier avonden een driegangenmaaltijd … gratis en voor niets. En dus beginnen we ons weekje in de Moezelstreek met een heerlijk streeksoepje, gerookt vlees met een erg smakelijke aardappelgratin, een vanillecrème en een potje Rummikub voor het slapen gaan.

Op zaterdagochtend zijn we meteen vroeg uit de veren want er staat een bezoekje op het programma aan de middeleeuwse burcht Eltz en de Geierlay Hangbrug. Na een fikse klim naar boven met de auto en een ietwat bochtig parcours komen we bij de parking en beginnen we aan onze wandeling van 1,5 kilometer richting de brug, genietend van de verkoeling en de schaduw die het bos cadeau geeft. Net wanneer we ons beginnen af te vragen of we toch het juiste pad genomen hebben, ontvouwd het kasteel zich achter de bocht waar het statig op de heuvel prijkt. Met mondmasker op begint het wachten in de ticketrij en de rij die staat te wachten op de Engelstalige rondleiding die ons door het prachtige interieur van de burcht loodst met als uitschieters de Raadzaal en de Rodendorf-keuken. Na de tocht terug door het bos (dit keer bergop) staat in de namiddag in de volle zon alweer een wandeling op het programma richting de Geierlay Hangbrug. We kiezen ervoor om naar de brug te wandelen vertrekkende vanuit Sosberg, een wandeling die vertrekt in de kleine dorpskern en ons vervolgens door de velden leidt die de indruk geven dat we in een stiltegebied wandelen. Eens we de brug naderen valt onze mond open van verbazing over de grote drommen mensen die staan te wachten om de brug te mogen oversteken en dit gezien de wandelrichting omwille van de coronamaatregelen slechts elk uur wijzigt. Na ongeveer veertig minuten wachten is het onze beurt om de oversteek te maken. We trekken ons mondmasker bijna tot over onze ogen en stappen de brug op die schommelt van de grote groep mensen die erop staat maar desondanks een prachtige blik biedt over het dal dat ze overspant. Ondanks het wiebelen en de grote getalen aan mensen op de brug proberen we toch de selfiestick maar uit en met het nodige geknoei en gemor slagen we er in een paar heerlijke foto’s te maken van onszelf op de brug. Daarna is het weer een half uurtje wachten om terug de oversteek te maken en terug te keren naar het stille, vriendelijke en slaperige dorpje waar we logeren en waar we ondertussen vermoedelijk zijn als de twee reisgenoten met de gele auto.
’s Avonds is het weer verwenning troef tijdens het driegangenmenu en komen we tot de vaststelling dat het tafeltje op ons terrasje veel te klein is voor de vele blokjes die we nodig hebben om het rondje Rummikub tot een goed einde te brengen.

Nadat ik ’s morgens bijna mijn melk in plaats van mijn botertje op mijn pistolet heb gesmeerd, vertrekken we naar de plaats waar de Rijn en de Moezel elkaar ontmoeten … Koblenz. Onder een bewolkte hemel maar een zalige temperatuur komen we aan in een haast verlaten Koblenz tot we langs de promenade beginnen te wandelen en we stilaan meer in de bewoonde wereld terecht lijken te komen. Na een heerlijke wandeling langs het water komen we aan bij de kabelbaan die ons naar de top van de heuvel zal brengen waar de oude vesting te vinden is. We wandelen langs de voorziene wandelroute door de vesting waarvan vooral de enorme grootte opvalt en naast de omvangrijke gebouwen en oude, dikke muren worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht over de Deutsches Eck waar de twee rivieren elkaar ontmoeten. Tegelijkertijd merken we dat de lucht er steeds meer dreigender gaat uitzien en de wolken krijgen steeds meer een donkere kleur. Wanneer we na het bezoek aan de vesting terug de kabelbaan naar beneden nemen, zien we op de begane grond ineens iedereen alle kanten uitrennen waarna enkele seconden later de regen uit de hemel gutst en enkele felle donderslagen elkaar in snel tempo opvolgen. Terwijl sommige toeristen onderdak vinden en anderen doorweekt een weg proberen te zoeken door de straten van Koblenz, wordt de kabelbaan stilgelegd en kunnen wij (die gelukkig in een gondel zitten die net beneden is aangekomen) veilig en beschut in de gondel blijven schuilen. Na twintig minuten hevige regenval begint de hemel uiteindelijk op te klaren en kunnen de mensen die boven de Moezel bungelden in hun gondel eindelijk de promenade terug bereiken. Wij zoeken onszelf even later een terrasje uit waarbij we de ober na het invullen van het coronaformulier zo dwaas aankijken omdat we het snelle Duits dat hij spreekt niet begrijpen, dat de man zelf ook enkele seconden nodig heeft om zich ook maar één woord Engels voor de geest te kunnen halen. Eens dat gelukt is en we ons soepje hebben opgesmuld, strekken we weer de benen en wandelen we langs het ruiterstandbeeld en de rivier alvorens terug te keren naar Mörz waar we aan het aperitief gaan in afwachting van de verrassing van de avond … wat staat er dit keer op het driegangenmenu en wie wint deze keer het rondje Rummikub.

Op maandagochtend laten we Mörz achter ons en rijden we langs de Moezel richting Beilstein waar we aanvankelijk bijna alleen lijken te zijn met uitzondering van de eenzame gans die op het grasveldje naast de rivier wat rondscharrelt. We slenteren het dorpje in langs de oude huizen en de wijnstuben richting de Karmelietenkerk die groot en statig op de heuvel prijkt langs de met wijnranken begroeide heuvels. Nadien beginnen we aan de klim richting de oude burchtruïne die volgens het reisgidsje beschreven staat als “vrij pittig”. Desondanks zijn we vrij snel boven en valt de klim voor ons bijzonder goed mee in vergelijking met andere trauma’s waarmee we onszelf op vakantie al wel eens opzadelen zoals de klim van de 1340 trappen van de stadsmuur in Kotor (Montenegro) waarvan ik volgens mij nog steeds niet helemaal hersteld ben. We wandelen langs de eeuwenoude ruïnes met vestingtorens en wachttorens en genieten van de mooie uitzichten die behoorlijk wat fotogenieke plaatjes opleveren. In de namiddag wagen we ons naar Cochem waar het over de koppen lopen is en komen we tot de vaststelling dat een fiets minstens enkele weken op voorhand geboekt dient te worden waarna er niets anders op zit dan onze weg verder te zetten langs de Moezel met de auto die ons weliswaar naar Bremm voert waar we de heuvel oprijden richting een uitkijkpunt dat we hier en daar op foto’s in de dorpjes zien verschijnen. We nemen onszelf voor om het fietsen in te ruilen voor een wandeling en gaan zodoende ’s avonds aan de slag met als doel het vinden van een wandeling die in een lus loopt zodat we netjes terug bij onze auto uitkomen en pakken ’s avonds alvast onze bagage weer in gezien de overboeking op dinsdagochtend opgelost zal zijn we dus kunnen verhuizen naar ons oorspronkelijk geboekte appartementje.

De verhuis naar onze volgende logeerplek verloopt vlot mits wat onderhandelingen. We kunnen rond de middag de verhuis helemaal in orde brengen maar dat past helaas niet in ons schema en dus wordt onze bagage maar in een aparte ruimte gestockeerd tot we terug zijn van Bernkastel-Kues en onze wandeling in Minheim waarbij de mevrouw die de plak zwaait, opmerkt tegen de andere gasten “dat wij altijd van alles gaan bezoeken en altijd op pad zijn”. Ongelijk heeft ze niet vermits we een uurtje later door de gezellige straatjes kuieren van het pittoreske Bernkastel en waar we tijdens de koffiepauze getuigen zijn van een hoogoplopende Italiaanse discussie tussen het personeel van de koffiebar. Na onze wandeling door het centrum rijden we de berg op naar de burchtruïne Landshut die ons wederom trakteert op prachtige uitzichten zowel over de Moezel als over het dorpje Bernkastel waar ik opmerk dat er een groot rad is. Mijn reisgenote heeft ze niet gezien zegt ze … om vijf minuten later tot de vaststelling te komen dat ze het grote rad wel heeft gezien maar dat ze had begrepen dat ik een grote rat had gezien … een teken dat de hoge temperaturen in Duitsland af en toe hun tol eisen.
De wandeling van de burchtruïne terug naar onze auto is een kuitenbijter van formaat maar nog net te verteren met het uitzicht op een makkelijke wandeling in de namiddag.
In Minheim parkeren we aan het kerkje tussen de parkeerplaats voor de organist en de pastoor en beginnen we aan de Sonneninselrundweg … een 5,5 kilometer langer wandeling door de wijngaarden. De eerste helft van de wandeling loopt bergop (daar gaan we weer) maar de stevige bries die er waait, de prachtige wijngaarden en de zeeën van ontelbare schakeringen van groen maken de warmte draaglijk en het is dan ook 5,5 kilometer genieten van de natuur en de stilte tot we terug bij het kerkje van Minheim aankomen.
Op de terugweg naar Mörz houden we halt bij de supermarkt waar het gigantisch misloopt bij het brood … het brood is gekozen maar het is mij een raadsel hoe ik het ding in hemelsnaam uit de broodbak moet krijgen. Na enkele minuten zoeken en nadenken, schiet mijn reisgenote te hulp en zij snapt dat we de “stok” die in de bak hangt en waarvan de greep zich aan de buitenkant van de bak bevindt zodanig moeten manoeuvreren tot het brood uit de bak valt. Wat nadien volgt is echter nog van een andere orde. De broodsnijmachine heeft gelukkig een handleiding maar nadat de vlijmscherpe messen het brood in sneden hebben verdeeld, moet ik het brood in een plastic zak schuiven … nadat dat gebeurd is, wordt het algauw duidelijk dat het potje Rummikub ’s avonds zal verruild worden voor het maken van een puzzel … probeer de sneetjes uit de broodzak deftig te sorteren. Na het harde nadenken in de afdeling brood van de supermarkt rijdt de gele auto het rustige dorpje Mörz weer binnen en terwijl ik mijn hoofd bijna in de airco duw op zoek naar afkoeling, schudt mijn reisgenote ondertussen nog fris en fruitig Beyonce-moves uit haar armen.

Het vroege opstaan wordt op onze voorlaatste dag van ons weekje Moezelstreek vergemakkelijkt door de tractoren die vanaf 5u30 door de velden scheuren alsook door de zon die al fel door de lamellen schijnt simpelweg omdat we die lamellen ook gewoonweg niet helemaal dicht krijgen. We zijn vroeg uit de veren omdat we een dagje gaan stappen door Unesco Werelderfgoed en we ongeveer anderhalf uurtje nodig hebben om de stad Trier te bereiken met de auto. De tocht verloopt echter heel vlot en om 9u15 parkeren we ons aan het amfitheater net buiten de stad om te ontdekken dat het openingsuur in tijden van corona verlaat is naar 10u. Er rest ons dus voldoende tijd om te knoeien met alcoholgel en mondmasker alvorens het amfitheater te betreden dat naar ons inziens echt de moeite waard is om een omwegje uit de stad te maken alleen al omwille van het viewpoint dat een overzicht biedt over de ganse arena.
Nadien rijden we door naar het centrum van Trier en maken we een lange wandeling langs de vele gebouwen die opgenomen zijn op de Werelderfgoedlijst van Unesco terwijl ons mondmasker omwille van de stijgende temperaturen bijna aan ons gezicht kleeft. We lopen haast verloren in de ondergrondse gangen van de Kaiserthermen, kuieren door de tuinen gelegen aan het keurvorstelijk paleis, brengen een bezoek aan de oude Romeinse brug, … en ondertussen is het zo warm geworden dat het tijd is voor een terrasje. Het duurt eventjes alvorens we een “veilige plek” gevonden hebben in het drukke Trier maar het lukt ons toch om een schaduwrijk en minder druk plekje te vinden met zicht op de prachtige Dom van Sint Peter. Eens we terug wat afgekoeld zijn bezoeken we de Dom en de daarnaast gelegen Liebfrauekirche waarvan de eerste uitblinkt in grootsheid en weelderigheid en de tweede in glas-in-loodramen. Eindigen doen we bij de Porta Nigra en de hal van de Basilica Constantin waar er één iemand is aangesteld om de hele dag het pompje van het busje alcoholgel naar beneden te duwen.
Anderhalf uurtje later kunnen we zonder mondmasker terug de gezonde lucht opsnuiven die boven de velden hangt en kijken we vanop ons terrasje uit over de vele windmolens waarvan de wieken zachtjes draaien in de wind. De stilte in de velden wordt enkel verbroken door het getik van Rummikub-blokjes die gelegd en verschoven worden dat het een lieve lust is.

Onze laatste uitstap brengt ons naar Cochem waarvan we ons voorgenomen hebben om er zo vroeg mogelijk naartoe te trekken zodat we de grote groepen toeristen een beetje voor kunnen zijn. Gewapend met voldoende water en met knikkende knieën beginnen we aan onze klim naar de Reichsburg in Cochem waarvan de klim met rood staat aangegeven in ons reisgidsje. De klim naar boven is inderdaad erg steil maar tot onze verbazing slagen we erin om in ongeveer 20 minuutjes helemaal naar boven te wandelen waarbij we onderweg af en toe stoppen om te kijken naar de burcht die boven ons verrijst en die beslist de mooiste burcht is die we de afgelopen week bezocht hebben, badend in het groen van de wijngaarden en de wacht houdend boven Cochem. We kunnen haast onmiddellijk beginnen aan de rondleiding en gewapend met de Nederlandse vertaling van de uitleg die gegeven wordt, laten we ons rondleiden door de prachtige burcht waarvan zowel het interieur als het gebouw zelf en de binnenpleinen meer dan de moeite waard zijn om het klimmetje naar boven te wagen.
Na een verfrissende bananenmilkshake wandelen we naar de stoeltjeslift in Cochem die ons richting het Pinnerkreuz brengt en hoewel het robuuste kruis op zichzelf de tocht niet waard is, is het uitzicht vanop die plek op Cochem en de Reichsburg dat absoluut wel !!
Ondertussen lopen de temperaturen alweer op tot 31°C en proberen we ’s avonds wat verkoeling te zoeken door nog een klein wandelingetje te maken in het dorp als het al wat later op de avond is … wat helaas het tegengestelde effect heeft. Afkoelen doet het niet meer … en dus zetten we ons terug op ons terrasje … voor nog een laatste potje Rummikub en het rustgevende staren naar de wieken van de windmolens vlakbij in de stille velden …

…wijngaarden, rivieren, vestingen en burchten…
…pittoreske dorpen en stad vol Werelderfgoed…
…hangbruggen, velden, windmolens en bossen…
…en in tijden waar wangen, monden en neuzen bedekt zijn met stukken stof…
…zijn het de ogen die des te meer terug spreken…

Over de auteur

Scroll naar boven