Na wat een eeuwigheid geleden lijkt, is het op maandag 11 april na 1,5 jaar aftellen eindelijk tijd om terug te reizen. Het enthousiasme en de goesting om te reizen zijn groot, wat verklaard waarom we bijna een uur te vroeg op de luchthaven zijn. Het kan ons allemaal niet snel genoeg gaan en 5 uur later landen we op Gran Canaria waar we als enige twee reizigers na het uitstappen worden onderworpen aan de controle van het digitale vaccinatiebewijs en even verderop moeiteloos drie streng kijkende verpleegsters in smetteloos witte tenues passeren.
Na ellendig lang wachten op de bagage die op de bagageband in groepjes van maximum vijf koffers tegelijkertijd worden uitgespuwd, stappen we de luchthaven uit waarbij we geconfronteerd worden met een belangrijke vraag … waarom hebben wij eigenlijk een extra lange broek mee met in het achterhoofd dat het mogelijks af en toe nog eens wat frisjes kon zijn ?
Na geïnstalleerd te zijn en de rust van ons terrasje te hebben opgezocht, nemen we ons alvast voor om morgen het huren van een auto als eerste op het programma te zetten.

Na het ontbijt blijkt het regelen van een huurauto in Gran Canaria iets te zijn wat aan een ongeziene snelheid kan geregeld worden. Al wat er nodig is, is een telefoontje van de hotelreceptionist en drie kwartier later zijn bedrijfsleider van de huurfirma inclusief de huurauto reeds gearriveerd. De man wil alles binnen het kwartier afhandelen maar heeft overduidelijk niet gerekend op het aantal vragen dat we op hem afvuren. Na vraag zeven gooit hij het over een andere boeg en geeft hij een korte en bondige samenvatting van de policy van het verhuurbedrijf: geen alcohol drinken als je rijdt, de autosleutel niet verliezen en geen verkeerde brandstof tanken. Vervolgens krijgen we de sleutel in handen met de melding dat hij de auto binnen zeven dagen wel weer gewoon terug ophaalt en vertrekken wij richting het noorden van Gran Canaria. De iets meer dan een uur durende rit voorziet ons regelmatig van een uitzicht op de ruwe en woeste kracht van de oceaan en brengt ons uiteindelijk in Galdar waar de grootste uitdaging het vinden van een parkeerplaats blijkt te zijn. Eens dat gelukt is, is het flaneren langs de gezellige straatjes, de charmante pleinen in het centrum, de drakenbloedboom en het theater alvorens te botsen op de Cueva Pintada, één van de meest bijzondere archeologische vindplaatsen van de Canarische eilanden.
Na een passage langs een tapasbar met een ober die een aardig mondje Nederlands probeert te praten, houden we op de terugweg nog halt bij het archeologische park van Maipes waar we wandelen tussen de majestueuze bergen en lavagesteente,… kortom … het donkere en woeste natuurschoon !
De avond sluiten we af met de ontdekking dat de benzineprijzen op Gran Canaria onvoorstelbaar laag zijn en de vaststelling in het restaurant dat tafelmanieren zowel bij jong als oud helaas “old school and out of fashion” blijken te zijn.

Op woensdag wagen we ons aan een rit door de bergen en een Barranco richting het binnenland van Gran Canaria. Onverwacht raken we daarbij al verzeild tussen de rotspartijen van Los Azulejos en gaan we regelmatig (en niet als enigen) aan de kant om te genieten van de kleurenpracht op de rotsen langs waar we steeds verder omhoog klimmen de reusachtige bergen in waarvan de toppen omarmd worden door dikke wolkenpakken.
Aangekomen in het dorpje La Aldea de San Nicolas is het even zoeken naar de ingang van de Barranco de la Aldea waarbij we belanden op een schamel zandweggetje tussen de huisjes waarbij we ons afvragen of we eigenlijk nog wel daadwerkelijk in een straat rijden. Dit blijkt wel zo te zijn gezien de bewoners ook niet raar opkijken als we passeren en niet veel later rijden we de weg op die ons dertig kilometer lang door de Barranco de la Aldea leidt. Rotspartijen, pieken en dalen, prachtige kleuren, kale lavarotsen en begroeide bergwanden wisselen elkaar af in wat een absolute must-see is bij een bezoek aan het eiland.
Het hier en daar dorre landschap wordt plots doorbroken door de smaragdgroene glinstering van het stuwmeer en de weg brengt ons vandaar uit verder door fantastische natuur en uitzichten naar Artenara waar de wolken plots het zicht ontnemen op alle omringende bergen en ze een malse regenbui laten neerdalen over het dorpje.
In Artenera bezoeken we één van de typische rotswoningen om nadien onze tocht verder te zetten waarbij de wolken en de mist langzaam terug plaatsmaken voor het zonnetje dat de witte huizen van het bergdorpje Tejeda op die manier extra laten oplichten. In Tejeda storten we ons vooral vol overgave op de plaatselijke bakkerijen en de gebakjes die ons het luxeprobleem van “keuzestress” opleveren.
Na onze sugar-rush staan er nog twee uitkijkpunten op het programma. Bij de rotspartij van de Roque Bentayga laten we klim aan ons voorbij gaan en genieten we vooral van het uitzicht op de rotspiek en de omgeving maar bij de Roque Nublo waag ik met toch aan de klim weliswaar zonder mijn reisgenootje die verstek moet laten gaan wegens een kuitblessuren. Vanaf de parking La Goleta is het ongeveer drie kwartier wandelen (een pittige klim) om de monoliet te bereiken. De klim is echter de moeite waard en het uitzicht vanop het plateau en het zicht op de monoliet is adembenemend.
Eens beneden en overduidelijk verbrand door de zon (waarop het je zonnecrème mee in je rugzak als je hem toch niet gebruikt) trekken we volop de aandacht van passanten op de parking. Het duurt namelijk even eer we doorhebben dat de deuren van onze auto niet open te krijgen zijn … simpelweg omdat we aan de deuren van de verkeerde witte auto staan te trekken.

De hoofdstad van Gran Canaria, Las Palmas, bezoeken we op donderdag en de gps brengt ons er feilloos naartoe maar het apparaatje heeft niet gerekend op mijn onkunde als co-piloot om de instructies deftig te interpreteren. Zodoende duurt het een toertje of twee eer we het centrum kunnen binnen rijden en kunnen flaneren door het zeer compacte maar gezellige oude stadcentrum.
We wandelen langs enkele pleinen, bezoeken de kathedraal en doen ons in ondertussen tropische temperaturen tegoed aan terrasjes waar we hier en daar worden aangesproken met de kortste en meest voorspelbare vraag die gesteld kan worden om een gesprek te beginnen … ook Belgen ?
Na een verkwikkend drankje brengen we als laatste een bezoek aan het mooie Casa de Colon om nadien terug te keren naar Playa del Ingles met als tussenstop de Pico de Bandama waar we onder een loden zon genieten van het magnifieke uitzicht op de krater van deze jonge vulkaan.

Vrijdag is marktdag … toch in ons reisschema … en gezien de temperaturen op Gran Canaria zelfs in de voormiddag moeiteloos richting de 30°C pieken, rijden we vroeg in de ochtend naar wat volgens ons de mooiste badplaats is van het eiland: Puerto de Mogan. Bij aankomst zijn we meteen gewonnen voor dit plekje en de spierwitte huizen die opklimmen tegen de gitzwarte rotsen, de watervallen van bloemen die overal in de straten naar beneden dwarrelen, het kleurrijke haventje, de kleurige huisjes en de gezellig aangelegde kanaaltjes.
Bij vertrek uit Puerto de Mogan blijkt onze vroege aankomst een goed plan te zijn geweest want vlak na de middag wacht er een kilometers lange file om het stadje binnen te rijden terwijl wij gezwind terug de weg op kunnen gaan in de tegenovergestelde richting met als einddoel een frisse duik in het zwembad.

Met de steeds stijgende temperaturen waardoor het eiland een heteluchtoven lijkt, besluiten we het rustig aan te doen en op zaterdagochtend een wandeling te maken tussen de gezellige in pasteltinten gekleurde huisjes, de bronzen beelden, stadstuintjes en smetteloos nette straatjes van Aguïmes. Zeker niet het meest bezienswaardige dorpje van het eiland maar zeker een voltreffer om ’s morgens in alle rust te kunnen genieten van een koffietje tussen de locals.
Voor de middag verruilen we het dorpje voor het groen van de Barranco de Guayadeque. Alvorens de kloof door te rijden, bezoeken we het museum aan het begin van de route dat ons een goede inkijk geeft op het leven van de vroege bewoners van de grotwoningen. Vervolgens rijden we de kloof door die met al zijn aarde- en groentinten een weldaad is voor het oog. Aan het einde van de kloof parkeren we en maken we een rondje langs de Montana de las Tierras. In het midden van het 1 kilometer lange pad ligt het weggetje plots bezaaid met puin wat enkele toeristen doet besluiten om rechtsomkeer te maken. Een rondje is voor ons echter een rondje en dus klauteren we even over ijzeren staven en steenpuin om onze weg te kunnen vervolgen waarvan de roep naar verkoeling in het zwembad met elke stap weer groter en groter wordt.

Pasen vieren we in wat wij uitroepen tot het mooiste dorpje van het eiland … Teror. De straat richting de kleine kathedraal bruist van de kleuren, van de kruiden, van allerlei artisanale producten en van het leven. Marktkraampjes sieren de straten en ondertussen horen we de priester de Paasmis leiden en kunnen we niet anders dan gewoon even blijven staan om deel te nemen aan het gebeuren en de sfeer van Paaszondag op te snuiven.
Nadien nemen we nog een kijkje in Firgas en verbranden we net niet onze billen als we gaan zitten op de mooie gekleurde stenen bankjes van de Paseo de Gran Canaria.

De zinderende zon is nog eens extra voelbaar op maandag wanneer onze rit ons brengt naar de fantastische duinen van Maspalomas We wandelen langs de promenade die het ene magnifieke uitzicht na het andere op ons afvuurt terwijl we de trillende lucht waarnemen die vlak boven de miljarden zandkorrels zweeft. Ondertussen trekt de warme wind rimpelingen in het zand en blaast het duizenden zandkorrels in ons haar en onze oren en we zijn er zeker van dat we er minstens vijf jaar jonger uitzien door de natuurlijke zandscrub die Moeder Natuur ons tijdens de wandeling heeft gegeven. We besluiten deze mini-Sahara ook in te wandelen maar komen na ongeveer een kilometer letterlijk op onze stappen terug omdat een wandeling van vier kilometer door de duinen gewoonweg niet mogelijk is omwille van de hitte.
Onderweg terug over de promenade, terwijl het zand letterlijk tussen onze tanden knarst, blijkt mijn reisgenootje een gemiste oproep te hebben van een Spaans nummer en ontvouwt zich het verschil tussen ons beide in alle eenvoud: zij vindt dat ze zelf maar moeten terugbellen, ik zet meteen alle hens aan dek en schat in dat er iets grondig mis is met onze hotelkamer of de huurauto.
Terugbellen levert niets op maar met de auto in zicht rinkelt de telefoon al weer. Het is de dame van het autoverhuurbedrijf die belt voor de verdere regelingen omwille van het zware auto-ongeval en de huurauto die rijp is voor de sloop. Een beetje bedremmeld leg ik uit dat we aan onze auto staan en die werkelijk helemaal in orde is. De dame dubbelcheckt nog eens en krijgt vervolgens last van een uitbundige Spaanse lachbui omwille van de vergissing. In tussentijd merkt mijn reisgenootje fijntjes op dat ik beslist de promenade zou afgelegd hebben in een recordtijd als ik onze huurauto tijdens het telefoontje niet in het vizier zou hebben gehad … helaas heeft ze gelijk.

Afsluiten doen we onze reis met een ochtendwandeling langs de oceaan: voeten in het zand, voeten in de woeste golven, blik op oneindig, zwart lavazand, blauwe wolken en uitkijken naar welk stukje van de wereld het volgende zal zijn om te ontdekken …

… Gran Canaria…
…eiland van zwarte lavarotsen als lagen van de tijd…
…van kleurrijke of net spierwitte dorpjes…

…van droge rivierbeddingen en groene canyons…
…van bergen en vulkaankraters…
…van dorre bladeren en kleurrijke en weelderige bloemen…
…van woestijnen en oceaan…
…klinkend elke avond op weer een avontuur met wit, rood of rosé…
…denkend aan wat iemand me onlangs wenste … 
…may the odds be forever in our favor…

Over de auteur

Scroll naar boven