Op 22 juli 2023 volgt er een mijlpaal in onze reishistorie want voor het eerst vertrekken we naar onze vakantiebestemming via Brussels South Airport … een ochtendritje naar Charleroi en dus gezien het vroege uur ook een ritje zonder file. Eens de piepkleine vertrekhal gepasseerd en na een vlotte veiligheidscontrole nemen we nog even de tijd voor een ontbijtje en ruimschoots op tijd (als in meer dan een uur op voorhand) wandelen we richting de gate maar stuiten we eerst nog op een massaal lange wachtrij aan de grenscontrole. Na drie kwartier aanschuiven en het zien verschijnen van het woordje “boarding” naast onze vlucht slaat de stress stilaan toe maar er wordt ons verzekerd dat we nog meer dan tijd genoeg hebben en niet veel later ploffen we in het vliegtuig in onze zetel en “off we go”.
Na iets meer dan twee uurtjes vliegen landen we in Skopje waar de hitte zowaar uit het asfalt lijkt op te stijgen en blijken we … dat wordt stilaan een gewoonte … een upgrade te krijgen van de huurauto met nog een leuk extraatje erbij … het is eentje met een automatische versnellingsbak. De autoverhuurder gaat ervan uit dat dit geen probleem moet zijn maar kijkt zeer bedenkelijk wanneer we zeggen dat we nog nooit met een “automaatje” hebben gereden. Gezien er geen andere auto beschikbaar is, geeft hij een deskundige uitleg en overhandigt hij dan toch maar de autosleutels waarna mijn reisgenootje ons gezwind naar Ohrid rijdt.
Na een drietal keer het bord naar ons hotelletje te hebben gemist, draaien we bij de vierde poging toch de juiste straat in en ik heb de deur van het hotel nog niet helemaal open of mijn naam schalt al door de inkomhal. Ik sta er daardoor klaarblijkelijk nogal bedremmeld bij en dat wordt er niet veel beter op wanneer de hotelmedewerkers niet veel later met een heel construct afkomen waarbij onze kamer wordt geannuleerd maar dan toch terug wordt geboekt … wat betreft prijs allemaal in ons voordeel. Na heel wat uitleg en geruststelling van hun kant uit besluiten we er toch maar in mee te stappen en niet veel later liggen we even te bekomen op een zacht donsdeken omgeven door de frisse bries van de airco. Van de airco in de hotelkamer wisten we alvast een pak sneller hoe het werkte dan van de airco in de huurauto gezien het zoeken naar dat knopje ons minstens een half uur en drie hitte-aanvallen heeft gekost.
Na een rustpauze is het ’s avonds hoog tijd om wat te eten maar alvorens we de taxi nemen naar het oude centrum van Ohrid hoor ik weer luidkeels mijn eigen naam door de inkomhal galmen (ik blijf ervan schrikken) en maken we kennis met de eigenares van het hotel.
Een tweetal uurtjes later is de taxirit terug naar het hotel niet meer en niet minder dan een horrorervaring. De chauffeur racet door de straten, rijdt bijna vier mensen omver en vindt de straat van ons hotel een “bull-shit-street” om door te rijden.

Na een verkwikkende nachtrust besluiten we een bezoek te brengen aan het oude centrum van Ohrid. De taxichauffeur is dit keer een lieve en rustige man die voorstelt om ons helemaal tot bovenop de heuvel naar het fort te brengen zodat we de klim naar boven niet te voet moeten doen gezien de hoog oplopende temperaturen. We beginnen dus ons bezoek aan de oude stad bij het fort en dalen vervolgens af naar de Plaosnik om vervolgens verder te stappen naar de bekendste plaats in Ohrid: Sveti Jovan Kaneo. Wanneer we binnen in de kleine kerk staan, vragen we aan de man die de wacht houdt of we foto’s mogen nemen. Hij zegt van niet … begint vervolgens te twijfelen en zegt dat we er eentje of twee mogen nemen … om vervolgens te zeggen dat hij eventjes naar buiten moet. We begrijpen de boodschap en nemen, na wat rondkijken, uiteraard dus meer dan twee foto’s.
Onze tocht brengt ons nadien nog langs de kathedraal van Sint Sophia met haar prachtige fresco’s, het centrale plein aan de haven met enkele standbeelden en de (naar men denkt) 900 jaar oude plataan.
Omdat de hitte stilaan ondraaglijk wordt, kopen we onderweg iets waar ik zelden mee wordt gezien (een pet) maar ook een overheerlijk ijsje waarna we verkoeling zoeken in het frisse water van het zwembad.
Afsluiten doen we de avond in een drukbezocht restaurant vlakbij ons hotelletje waar de reservatie gewoon maar mijn naam draagt gezien ze die toch altijd al op voorhand roepen. Het wordt een bijzonder etentje gezien we middenin een traditioneel Macedonisch trouwfeest belanden. De danspasjes worden gezet, de gekleurde zakdoeken zwieren en de taart ziet eruit alsof er geen kruimel meer van zal overblijven.
Onderweg terug naar ons hotelletje worden we wederom begroet door de hoteleigenares die altijd dolgelukkig lijkt als ze ons heeft kunnen spotten. Het is geheel wederzijds want na twee dagen in Noord-Macedonië zijn we er al van overtuigd dat we ons in één van de vriendelijkste landen van Europa bevinden.

Maandagochtend staat een tocht op het programma naar het Prespameer en Golem Grad. We hopen dat de GPS er ons naadloos naartoe zal brengen maar wanneer we steeds dichter en dichter de Albanese grens naderen, weten we dat we niet op de juiste weg zitten. De enige weg die we hadden kunnen nemen bleek afgesloten maar een vriendelijke parkeerwachter bij het klooster van Sveti Naum stuurt ons toch terug naar die weg. Wanneer we daar aankomen blijkt dat de wegafsluiting opzij wordt gezwierd na het betalen van 100 denar en dat we dan het Nationale Park Galicica kunnen doorrijden langs een weg die door prachtige groene bergen slingert en ons richting Stenje brengt waar we een boot zouden kunnen nemen naar Golem Grad. Aangekomen in Stenje zien we een strandje, wat zonnekloppers en zwemmers in het prachtige Prespameer en een restaurant … maar geen aanlegsteiger en al zeker geen bootjes. We wagen toch maar onze kans en vragen aan de ober of we een bezoek kunnen brengen aan Golem Grad en die schiet meteen in actie, doet een telefoontje, komt met een prijsvoorstel en van zodra we daarmee akkoord gaan moeten we enkel nog wachten.
Even later komt er een map op ons afgestapt die ons naar het eilandje zal brengen maar hij zegt dat hij eerst zijn vrouw gaat halen en zijn tractor. Hoewel mijn reisgenootje en ik denken dat we hem verkeerd hebben begrepen (niet betreft de vrouw maar wel betreft de tractor) horen we niet veel later daadwerkelijk een tractor voorbij tuffen met daarop een koelbox vol drank en een jerrycan vol brandstof voor het bootje. Even later pikt de vrouw ons op en varen we niet veel later over het meer richting Golem Grad. Witte en blauwe reigers houden de wacht, meeuwen en aalscholvers klieven door de lucht en pelikanen dobberen rond op het water tot we het eilandje bereiken … een baken van stilte en ongerepte natuur op een boogscheut van Griekenland en Albanië. Dat drielandenpunt zorgt ervoor dat de stilte even doorbroken wordt door het constante gepiep van onze gsm’s en de stroom van meldingen die zeggen dat we welkom zijn in Albanië, dan weer Griekenland, dan weer Noord-Macedonië en vervolgens terug Albanië.
De man en de vrouw leidden ons rond op het eilandje waar vele overblijfselen te vinden zijn maar de grootste verrassing in dit ongerepte stukje natuur volgt wanneer de man ons een deur laat binnen gaan van een compleet overwoekerd gebouwtje en we plots staan te kijken naar 700 jaar oude fresco’s in wat eens een kerkje is geweest. Wanneer we verder wandelen en naast honderden vogels ook enkele schildpadden spotten, vertellen ze ons dat ze de informatieborden op het eilandje er eigenhandig hebben gezet. De vrouw heeft de putjes daarvoor eigenhandig gegraven met een plastic schopje wat ze ervaren heeft als een “helse karwei” en de man heeft de zware informatieborden en zakken cement zelf het eiland opgedragen wat zo zwaar was “als wat het de kruisweg zelf”.
Na een bezoek aan dit prachtig stukje natuur varen we terug richting Stenje en blijkt dat het gezin met dit vijf uur durende tripje ongeveer een kwart van het maandloon van de vrouw hebben verdiend. Ze werkt in Noord-Macedonië voor een textielbedrijf uit Nederland en zowel mijn reisgenootje als ik vinden het een beschamende gedachte als we nog maar denken aan de prijzen waarvoor dit bedrijf in onze contreien zijn producten verkoopt.
Eens terug aan land proberen we de plaatselijke vis uit in het restaurant (forel in Ohrid en karper aan het Prespameer) en schiet ik met mijn vork vakkundig een visgraat over tafel die op de arm van mijn reisgenootje beland. Een perfect welgemikt schot als afronding van de dag.

Ondertussen klimmen de temperaturen, net als in de buurlanden, naar ongekende hoogten en om 10u ’s ochtends haalt de thermometer al moeiteloos de 27°C en daarop hebben we dan ook de uitstapjes van de dag afgestemd.
Beginnen doen we bij de “Bay of the Bones” waar we een bezoek brengen aan het “museum op het water” met zijn mooie nagebouwde paalwoningen.
Het is echter de weg ernaartoe die ons één van de meest onvergetelijke momenten van de reis bezorgt want wanneer we richting “Bay of the Bones” rijden, zien we plotseling iets uit het bos komen en de weg oversteken op enkele tientallen meters van de auto … na een paar seconden van stilte (en ongeloof) volgt er een kabaal van jewelste … we hebben een wolf gezien !!!!
Nadien gaat het richting de Albanese grens naar het klooster van Sveti Naum dat omgeven is door glashelder water. We bekijken het klooster en het prachtige kerkje met de wondermooie fresco’s en steken de kaarsjes aan die we kregen bij het betalen van het inkomgeld.
We besluiten nadien nog een tochtje te maken naar de watervallen van Vevchani maar omwille van de wegenwerken slaat de GPS helemaal tilt en na de zoveelste herberekening besluiten we zelf maar wat wegen in te slaan en belanden we al snel midden in de kleine dorpjes op het platteland en eveneens in het midden van de wegenwerken. We besluiten dan maar aan de werkmannen te vragen of we op de goede weg zitten en hun advies is vrij duidelijk en unaniem: rij maar los door de wegenwerken … de vrachtwagens gaan wel een keertje opzij.
Na nog wat bochtenwerk komen we aan bij de watervallen die een tegenvaller zijn van formaat maar waar we tenminste wel tien minuten verkoeling vinden in het omliggende bos.
Het avontuur van de dag is echter nog niet ten einde want op de terugweg naar ons hotelletje merkt mijn reisgenootje op dat het toch wel jammer is dat we in Skopje (onze volgende verblijfplaats) bij onze boeking in mei geen enkele accommodatie vonden met een buitenzwembad wat geen luxe is gezien de temperaturen. Na wat speurwerk blijkt er nu toch ergens een plekje vrij te zijn en na de prijsvoorstellen en constructen in ons huidige hotelletje kan het annuleren van het volgende hotelletje en het boeken van een nieuwe verblijfplaats er ook nog wel bij.
Morgen op naar Prilep !

De tocht naar Prilep gaat gepaard met een behoorlijk portie avontuur als we om te beginnen op zoek gaan naar de marmergroeven die we vonden in ons reisgidsje. Tot zover er effectief straten liggen lukt het nog maar algauw stuurt de GPS ons een weg op bezaaid met grind en brokken steen. Op een gegeven moment besluiten we de weg te vragen aan één van de weinige huizen die er te vinden zijn. De man snapt direct waar we naartoe willen en zwaait enthousiast met zijn armen naar links en naar boven. We gaan die richting op en wat volgt is een helse tocht over een pad vol brokken steen en kuilen … zonder afsluiting … dat steeds maar hoger en hoger klimt. De wanhoop net niet nabij en helemaal door elkaar geschud staan we plots voor een bordje dat zegt dat we op privédomein staan en de toegang dus verboden is. We hebben echter redelijk vlug de werkmannen gevonden waarvan er eentje vlot Engels spreekt. We leggen uit dat ons reisgidsje zegt dat we de marmergroeven kunnen bezoeken en we er zelfs in zouden kunnen zwemmen maar de man legt uit dat dit verleden tijd is sinds de werkzaamheden van de marmerontginning terug zijn gestart. We excuseren ons meermaals maar hij roept er een andere werkmakker bij en zorgt ervoor dat die even met ons meeloopt zodat we toch enkele foto’s kunnen nemen van de spierwitte marmergroeve die fel afsteekt tegen de azuurblauwe lucht.
De weg terug naar beneden verloopt uiteraard even hobbelig en we zijn tevreden dat de weg naar Prilep een doodgewone asfaltweg is. Het kleine stadscentrum van Prilep is een fijne plek om te bezoeken en met de oude bazaar met z’n overdekte markt is het de ideale plek om de sfeer van het dagdagelijkse leven op te snuiven.
Nadien brengen we nog een bezoek aan het klooster van Treskavec. De weg ernaartoe slingert hoger en hoger de bergen in tussen prachtige rotsformaties en we stoppen dan ook regelmatig even aan de kant van de weg om van de uitzichten te genieten. Dat is ook geen enkel probleem gezien we in de wijde omtrek geen levende ziel kunnen bespeuren. Eens boven aangekomen aan een ijzeren poort besluiten we onze auto daar achter te laten en het laatste stukje richting het klooster, dat in de stellingen staat, te voet af te leggen.
Eens boven aan de rotsen staat ook het ijzeren poortje van het kloostercomplex open en worden we verwelkomt door mooie fresco’s vlak boven de ingang. Hoewel hier en daar deurtjes en ramen open staan in de gebouwen zien of horen we niemand en lijkt de plek er helemaal verlaten bij te liggen. We kijken wat rond, nemen wat foto’s en besluiten dan toch maar het kerkje in te gaan dat wordt ondersteund door stellingen en waarin het binnen aardedonker is. We zetten de zaklamp van onze gsm aan en schijnen in het rond … waarbij de muren in het licht magnifieke fresco’s onthullen. We genieten ervan maar ondertussen kraakt en knettert het gebouw en de stellingen door de stevige wind die er staat en omdat we vinden dat het toch ook nog wat veilig moet zijn, stappen we het kerkje vlug terug uit. Nagenietend van de wonderlijke omgeving en de magnifieke fresco’s, maar met nog steeds geen levende ziel te bespeuren, begeven we ons terug naar de bewoonde wereld.

Op donderdagochtend brengt de rit ons naar het kleinste Nationale Park van het land … Pelister. Helaas zijn de twee gletsjermeren enkel na een lange wandeltocht bereikbaar en dus besluiten we, ook bij gebrek aan viewpoints, twee dorpjes te bezoeken die elk aan een uiteinde van het park liggen.
We beginnen in Maloviste waar we ons pal in het traditionele Noord-Macedonië bevinden. We parken onze auto gewoon tussen de huizen en ondertussen lopen er wat honden langs, trippelen de kippen en hanen heen en weer, loopt er een koe langs en horen we overal belletjes rinkelen. Niet veel later horen we gehinnik en de weerklank van hoeven op de kasseien en komt er een oude vrouw met twee paarden het straatje door. Ze stopt zodat we de paarden kunnen aaien en begint dan een hele uitleg die ze blijft voortzetten tot ik snap dat ze bedoelt dat we een foto mogen nemen van de paarden. Nadat dat is gebeurd, leidt ze de paarden verder de straat door maar niet zonder nog een keertje te wuiven naar ons.
We besluiten door een straatje te wandelen en wuiven stilletjes naar een oude man die net zijn huisje is uitgekomen. Hij klopt meteen met zijn hand op zijn hart en glimlacht breed als wij hetzelfde doen. Vervolgens geven we hem een stevige handdruk en hij neemt ons bij de arm mee naar een ander straatje. Hij wijst naar zijn mond en we begrijpen daaruit dat hij niet meer kan praten maar hij wandelt mee tot aan het straatje en zegt dat we naar boven moeten klimmen en doet teken dat we moeten rondkijken. Wanneer we een eindje naar boven zijn gewandeld, nog eens omkijken en wuiven, wandelt hij pas terug naar zijn huisje.
Volstrekt geen enkele bezienswaardigheid te vinden in Maloviste maar net dat is het … het authentieke dorpje, de majestueuze bergketens eromheen en vooral de paar bewoners die je er tegenkomt … die gaan je recht naar het hart !!
Nadien rijden we naar de andere kant van het park naar Brajcino … en daar botsen we op een groepje mannen in het plaatselijke cafeetje waarvan er eentje heel graag een praatje wil maken. Onze antwoorden komen duidelijk niet altijd binnen wat volgens ons te wijten valt aan het aantal kleine borreltjes die op dat uur al leeg op de tafel staan.
Er is weinig terug te vinden van wat in ons reisgidsje vermeld staat (ook niet voor het eerste deze reis) en enigszins teleurgesteld rijden we terug naar Ohrid en hopen we erop dat het Nationaal Park Mavrovo morgen wel meer onze verwachtingen zal inlossen.

Na een rit van twee uur bereiken we het Nationale Park Mavrovo en met slechts één blik op het meer weten we al dat dit een heel andere dag zal worden dan gisteren. Het meer wordt omgeven door kolossale bergen en de zon zorgt voor een prachtige glinstering op het water. Na wat aanwijzingen te hebben gevraagd, rijden we over de dam en vinden we het kerkje van Sveti Nikola dat soms zo goed als helemaal in het water verdwijnt. Omwille van het lage waterpeil van het meer is dat dit keer niet het geval en staat het kerkje stil te pronken naast het blauwgroene meer omgeven met riet wiegend in een zachte bries. Uiteraard maken we van de zeldzame gelegenheid gebruik om de overblijfselen van het kerkje binnen te stappen.
We laten ons nadien helemaal langs de asfaltring leiden die rond het Nationale Park loopt en alleen die weg is al de moeite van de rit waard omwille van de bergen die je de hele tijd omringen.
De asfaltweg slingert ons naar het klooster van Sveti Jovan Bigorski dat tegen de bergwand lijkt geplakt te zijn en een absolute must-see is bij een bezoek aan het Nationaal Park Mavrovo.
Op korte afstand van het klooster parkeren we aan het einde van de middag in Rostuche naast de oude moskee en trekken we onze wandelschoenen aan voor een wandeling van een half uurtje langs weide en bos en langs een los zittende houten balustrade naar de Duff-waterval.
Het pad leidt ons na een kwartiertje door een koel bos en rotswanden terwijl het water rustgevend langs stroomt. Het water stroomt steeds sneller en sneller door de kloof en de zonnestralen verlichten de rotswanden. Na nog een laatste klimmetje en vervolgens trappen die naar beneden leiden, staan we aan een poel en dendert het water 28 meter naar beneden.
Na de wandeling terug passeren we nog even langs Lanzaropole waar we in de rust van het bergdorpje genieten van lokale lekkernijen om nadien de lange rit naar Ohrid terug aan te vatten.
’s Avonds genieten we nog een laatste keer van een dinertje in het lokale restaurant en vragen we of de kip geserveerd kan worden met rijst. Dat is allemaal geen enkel probleem ware het niet dat ze in Noord-Macedonië frietjes lijken te zien als groenten en we dus eindigen met kip geserveerd met rijst EN frietjes. We zijn dan alvast voldoende aangesterkt voor de verhuis naar Skopje die morgen gepland staat.

Na wat hulp van de restaurantmedewerkers na ons ontbijt (onze GPS herkent de straatnaam van onze verblijfplaats in Skopje niet en dus regelt het personeel wat google-maps-toestanden offline) komen we zonder enige moeite aan in de hoofdstad waar we worden verwelkomd door de zeer vriendelijke gastheer en gastvrouw, vier poezen en de hond Sheila die er elke dag weer met één blik in slaagt mij helemaal te doen smelten.

Op zondag staat er op een uurtje rijden van Skopje een bezoek op het programma aan de “Stenen Poppen” en gezien de hitte zal er nadien vooral een duik in het zwembad aan te pas komen in gezelschap van de poezen en Sheila die we ’s morgens tijdens het ontbijt behendig een stuk brood zien wegmoffelen.
Bij vertrek uit ons hotelletje voorziet de gastheer (duidelijk de zenuwpees van het gezin) allerlei rampscenario’s die voorspellen dat we niet ongeschonden met de auto van zijn domein zullen af geraken. Niets is minder waar en terwijl we rustig het domein afrijden, rolt de vrouw des huizes meermaals met de ogen en wijst ze naar haar man terwijl ze aangeeft dat hij altijd paniekerig doet.
Na iets meer dan een uurtje bereiken we de “Stenen Poppen” en is de jongeman die wat vertaalwerk doet voor de man achter de balie zeer verbaasd om vast te stellen dat ze voor de tweede dag op rij twee Belgische vrouwen zien verschijnen aan hun kassa.
Onder een temperatuur van ongeveer 38°C lopen we rond tussen de bijzondere rotsformaties die enkele fotogenieke plaatjes opleveren.
Nadien rijden we nog door tot aan de rotsformaties van Cocev Camen die we niet direct kunnen vinden. We houden halt aan een huis en vragen de weg waarna een man zeer bevlogen een uitleg begint in het Noord-Macedonisch en de andere man al van verre ziet dat ik er werkelijk geen snars van begrijp. Hij besluit in te grijpen, komt naar beneden gerend en duikt vervolgens met een stok in zijn handen richting de grond. Hij begint met de stok strepen te tekenen in het zand en even later blijkt er een perfect stratenplan te verschijnen en weten we dat we bij het eerstvolgende kruispunt naar rechts zullen moeten rijden en niet veel later komen we inderdaad aan nabij Cocev Camen. Het is echter omwille van de hitte onmogelijk om deze prehistorische heuvel op te klimmen maar het uitzicht op de rotsen is alvast een fijn extraatje.
Nadien zetten we terug koers richting Skopje voor een frisse duik in het zwembad en het smullen van de ribbetjes die de gastvrouw voor ons vandaag zal klaar maken.

Op maandag hebben we een bezoek gepland aan Stobi … en de verwachtingen zijn hoog gespannen. Na twee pogingen om de ingang te vinden parkeren we aan een ijzeren poortje waarboven de naam “Stobi” prijkt maar blijken we ons helaas aan de achterkant van de site te bevinden. Toch mogen we doorlopen en stappen we dus eerst het hele terrein over om vervolgens onder de inkom onderdoor te kruipen om de kassa te kunnen bereiken en we besluiten toch maar om even uit te leggen waarom we uit die richting kwamen gelopen.
Wat volgt is een anderhalf uur durende wandeling door eeuwenoude geschiedenis, langs mooie zuilen en het ontdekken van prachtige mozaïeken. Het besluit na anderhalf uur is dat de verwachtingen meer dan ingelost zijn en dat de archeologische site van Stobi één van de prachtigste plekken in Noord-Macedonië is om te bezoeken.
Zo fantastisch ons bezoek was aan Stobi, zo teleurgesteld zijn we wanneer we nog een uurtje verder rijden naar Strumica om te wandelen over de vlondertjes door het moerasland. Het landschap is zeker en vast prachtig door alle gewassen die er groeien en de zee van kleur die in het glooiende landschap te vinden is … maar paadjes en vlondertjes vinden we niet. Na lang zoeken en aanwijzingen vragen aan de lokale bewoners, blijkt dat de paadjes helemaal zijn overwoekerd door de gewassen.
Om de dag toch met een positieve noot te kunnen afsluiten, rijden we nog even langs de Kolesani-waterval die best wel de moeite van het passeren waard is als je in de buurt bent.

’s Anderdaags spreekt de gastvrouw ons bij het ontbijt aan en moeten we ons tweedaags bezoek aan Skopje een beetje anders inplannen. Komende woensdag blijkt een feestdag te zijn en dus zullen er ook veel bezienswaardigheden gesloten zijn in de hoofdstad. We besluiten vandaag alvast het nieuwe gedeelte van de hoofdstad te bezoeken en hoewel we eerder een grauwe stad hadden verwacht blijkt niets minder waar te zijn. Het nieuwe stadsgedeelte van Skopje bulkt van de mooie lanen, prachtige gebouwen en een aaneenschakeling van bombastische en plechtstatige monumenten en standbeelden waarvan het standbeeld van Alexander de Grote werkelijke alle verbeelding tart. En hoewel je zou kunnen zeggen dat de grootheidswaanzin van de stad afspat, kunnen we niet anders dan toegeven dat het toch wel iets heeft en alles wonderwel bij elkaar lijkt te passen. Na een bezoek aan het immense stadsplein lopen we nog langs het Herinneringshuis van Moeder Teresa, de Sveti Kliment Ohridski met zijn bijzondere bouwstijl, de Brug van de Civilisatie en de prachtige stenen brug Kamen Most. Eindigen doen we bij het “Museum van de Macedonische Strijd” waar we naar heerlijke verkoeling van de airco ook een overzicht krijgen van de geschiedenis van het land.
De “andere kant” van de stad zullen we een bezoekje brengen wanneer de feestdag van woensdag achter de rug is en de temperaturen hopelijk een keertje zullen zakken onder de 35°C.

Tijdens de feestdag bezoeken we het klooster van Sveti Joakim Osogovski daar waar Noord-Macedonië grenst aan Bulgarije. Het klooster ligt op een prachtige en makkelijk te bereiken locatie in de bergen en dis duidelijk een trekpleister, niet alleen bij toeristen maar ook bij de inwoners van het land zelf. Na het bewonderen aan de veelheid aan fresco’s en de bijzonder uitziende groene koepels dwingen de temperaturen ons ertoe om het de rest van de dag rustig aan te doen zodat we morgen de tocht door het oude gedeelte van Skopje overleven in de hitte die loodzwaar begint te wegen.

Om 10u ’s morgens staat de teller in Skopje alweer moeiteloos op 30°C en besluiten we ons bezoek aan het oude gedeelte van Skopje meteen te beginnen op het hoogste punt bij Fort Kale dat wat aan z’n lot is overgelaten maar wel mooie uitzichten biedt op de oevers van de rivier en het oude en nieuwe stadsgedeelte en waarbij we merken dat we in het oude stadsgedeelte ook meteen een hele andere wereld lijken binnen te stappen.
Schoorvoetend van de hitte gaat onze wandeling verder door de oude stad die een hele fijne en authentieke sfeer uitademt maar hebben we algauw door dat we het stratenplannetje dat we bij hebben best gewoon laten voor wat het is en verdwalen in het labyrint van straatjes die samen de oude bazaar vormen.
We dwalen langs de oude karavanserai, een van de hamams, de oude bazaar en gaan dan op zoek naar de Sveti Spas. Wanneer we daar bijna aankomen, scheert er plotseling rakelings iets langs mijn hoofd. Dat blijkt een yoghurtpotje te zijn dat door een zeer verdrietige en vooral boze kleuter door een raam op een derde verdieping wordt gekeild.
Tijdens ons bezoek aan de Sveti Spas zijn we getuige van de nogal bijzondere manier die een andere toerist erop na blijkt te houden … de man vindt het blijkbaar nodig om in het kleine museum de handboeien te testen die zijn uitgestald en ook de trekkers van de tentoongestelde wapens moeten eraan geloven.
Met dit ietwat vreemde gebeuren in het achterhoofd wandelen we Skopje uit langs de prachtige Brug der Kunsten en bestellen we ons nog even een ijsje dat het al behoorlijk op een smelten heeft gezet op weg van de keuken naar ons tafeltje.
Nadien rijden we nog even door naar Tetovo voor een bezoek aan de moskee en komen we terecht in iets wat de live versie van “Rush Hour” lijkt te zijn. Na zeven keer de weg te hebben gevraagd doen we nog een laatste wanhoopspoging in het moordende verkeer van de stad en komen we uiteindelijk aan bij de moskee waarvan letterlijk elke vierkante centimeter is bedekt met schilderingen en die ook aan de buitenkant een bijzondere aanblik heeft.
Morgen staat ons laatste bezoekje in Noord-Macedonië op het programma en duiken we terug de natuur in.

Wat volgt op onze laatste dag is de kers op de Noord-Macedonische taart … Matka Canyon en Vrelo Cave zijn een prachtig stukje natuur en de frisse bries, de spetters water die af en toe het bootje invliegen en de koelte van de kleine maar prachtige grot doen deugd in de hitte. Even wordt de rust in de grot verstoord door de generator die wordt aangezet om de verlichting aan te steken maar eens binnen overheerst de stilte, het druppelende water, het fladderen van hier en daar een vleermuis,…
Wanneer het bootje ons terug brengt naar het begin van de Canyon rest ons enkel nog na te genieten van als het moois dat we konden zien in Noord-Macedonië, verkoeling te zoeken en onze jas klaar te leggen voor de temperatuurshock die ons te wachten zal staan wanneer we in Charleroi terug uit het vliegtuig stappen.

…Noord-Macedonië …
…land met de vrolijke vlag…
…van schildpadden, pelikanen, slangen, honderden vogels,…
…van glinsterende meren en klaterende beekjes…
…van glooiende heuvels en groene immense bergketens…
…van drukke steden boordevol monumenten…
…van authentieke dorpjes waar de hand nog op het hart gaat om je te verwelkomen…
…land van eeuwenoude geschiedenis en strijd…
…van vriendelijkheid, behulpzaamheid, hartelijkheid…
…en van een Macedonische labrador die elke ochtend weer het hart deed smelten…

Over de auteur

Scroll naar boven