De domkerk van Aarhus is één van de oudste bakstenen gebouwen op Jutland en is met een lengte van 93 meter de langste kerk van Denemarken.  De 93 meter hoge toren is daarmee ook de hoogste van het land.  
De eerste kerk van Aarhus werd omstreeks het jaar 900 opgericht in hout.  Het was de eerste kathedraal van het bisdom Aarhus gewijd aan de heilige Nicolaas. 
De tweede kathedraal werd vanaf 1102 gebouwd in de buurt van de huidige dom onder bisschop Ulfketil om hier de relieken van de heilige Clemens te bewaren. 
Met de bouw van de huidige kerk werd begonnen vanaf ongeveer 1190 onder bisschop Peder Vognsen.  Het werd ontworpen als een driebeukige romaanse basiliek met twee nooit voltooide torens en een uitzonderlijk lang dwarsschip.  Er wordt aangenomen dat deze kerk rond 1300 werd voltooid maar ze werd in 1330 grotendeels vernietigd na een brand.  
Het duurde tot de helft van de 15de eeuw eer men begon met de heropbouw van de domkerk en de huidige kerk is het resultaat van renovaties die duurden van 1449 tot 1500 en dit in gotische stijl. 
Tijdens een blikseminslag in 1642 ging de toren in vlammen op maar bleef de rest van de kerk intact.  
In de jaren 1877-1882 volgde wederom een grondige renovatie en de architecten Hack Kampmann en Mogens Clemmensen herstelden de kerk in zijn oude glorie.  
Pas in de late jaren 1920 werd de toren gerestaureerd onder leiding van Mogens Clemmensen en in 1931 werd de toren op zijn huidige hoogte van 93 meter gebracht. 

Volgende bezienswaardigheden zijn te vinden in het interieur van de kerk: 

-Het koorvenster: de dom heeft slechts één venster met gebrandschilderd glas.  Het koorvenster werd in 1926 door de Noorse kunstenaar Emmanuel Vigeland ontworpen en is met een hoogte van 14 meter het grootste venster van Denemarken.  In het venster worden drie gebeurtenissen uitgebeeld: Christus in het graf, de gekruisigde heiland en de verrezen Christus in een stralenkrans.  

-Het altaarstuk: dit werd gemaakt door de beroemde houtsnijder Berent Notke uit Lubeck en ingewijd op Paaszondag 1479.  Het is één van de grootste kerkschatten van Denemarken.  Het bestaat uit vijf vleugels die kunnen open gevouwen worden zodat drie verschillende beeldenseries kunnen worden gezien.  De eerste serie (feestelijke serie) wordt getoond van kerstochtend tot aswoensdag.  De tweede serie (passie) wordt getoond van aswoensdag tot paasochtend.  De derde serie (advent) wordt getoond vanaf de eerste zondag van de advent tot kerstavond.  

-De preekstoel: deze stamt uit 1588 en is uit eikenhout gesneden door de Vlaming Michael van Groningen.  In de negen reliëfs worden motieven getoond uit het oude en nieuwe testament.

-Doopvont: de bronzen doopvont werd in 1481 door de klokkengieter Peter Hansen gemaakt en was een geschenk van bisschop Jens Ivarsen Lange die twee jaar daarvoor eveneens het hoogaltaar schonk. De sokkel toont de vier evangelisten in de gedaanten van mensen met de koppen van dieren die symbool voor hen staan met uitzondering van Mattheüs. Er is Johannes met de adelaarskop, Marcus met de leeuwenkop, Lucas met de kop van een os maar Mattheüs als enige met het hoofd van een mens. Daarnaast toont de doopvont scènes uit het leven van de apostelen en uit het leven van Christus.

-In de dom zijn vijf gouden rasters te vinden gemaakt door de smid Caspar Fincke. Het meest bezienswaardige raster is de gouden poort tussen het transept en het hoogkoor.

-De kapel van de Maarschalk: hierin staat het Marselis-monument in hoogbarok. Het monument werd gemaakt door de Vlaming Thomas Quellinus (1661-1710) voor de familie Marselis die de kapel in 1702 kocht en inrichtte als grafkapel met crypte. De drie figuren stellen Elisabeth Carisius voor met rechts haar eerste echtgenoot Constantin Marselis en links haar tweede echtgenoot baron Rodsteen. De twee vrouwelijke figuren aan de zijkant zijn de godin van de wijsheid Minerva en Prudentia.

-Het orgel: het hoofdorgel is een van de drie orgels in de kerk en werd in 1730 gebouwd door de Duitse orgelbouwer Lambert Daniel Kastens. Het orgel werd herhaaldelijk gerestaureerd, vergroot en voorzien van modernere technieken. De huidige registers stammen overwegend uit de periode 1928-2001 van de firma Th. Frobenius en zonen. Met 28 registers is het instrument het grootste kerkorgel in Denemarken.

-Fresco’s: hoewel veel van de oorspronkelijke fresco’s zijn verdwenen, bleven er wel enkele bewaard uit 1470-1520. Er zijn fresco’s van Sint Christoffel, Sint Clemens, Sint Joris en de draak en van Sint Michael als weger van de zielen.

(Op de fotopagina kunt u nog andere foto’s bekijken van Denemarken)

Over de auteur

Scroll naar boven