Op 14 juli ’s avonds is het alle zeilen bij na een mailtje van Brussels Airlines dat wijst op overboekingen op onze vlucht naar Kopenhagen. Eindeloos bellen haalt niets uit en na meer dan een uur nodeloos aan de telefoon te hangen, bedenken we dat online inchecken ons mogelijks kan verzekeren van het reeds lang vastgelegde zitje op het vliegtuig. Om stipt 21u05 drukken we op de knop en rolt de boardingpass uit de printer. Off we go morgen denken we …
’s Anderdaags schuift onze bagage op de band en komt via Messenger (Bruce van Brussel Airlines komt overijverig uit de hoek) het ene bericht na het andere binnen over vertragingen van onze vlucht.
Uiteindelijk vertrekken we 2,5 uur later dan voorzien naar Kopenhagen en komen we na middernacht in de Deense hoofdstad aan. Bij aankomst in de hotelkamer merk ik al op dat de bedden behoorlijk smal lijken en ik voorzie (mezelf kennende) nu al problemen. Zelfkennis is prachtig want wanneer ik ’s nachts enigszins elegant probeer om te draaien, schuif ik luttele seconden later gezwind de vloer op.

Na slechts een vijftal uurtjes slaap gaat de wekker en zijn we klaar om Kopenhagen te verkennen en we beginnen onze tocht bij het Raadhuisplein vlakbij het Tivolipark. Dat laatste slaan we trouwens over op aanraden van mijn reisgenootje die na een vorig tripje naar Kopenhagen oordeelt al beter en goedkopere parken te hebben gezien. Van aan het Raadhuisplein gaat het langs de Stroget naar het immense Christiansborg en dit onder een blauwe hemel en een stralend zonnetje dat af en toe plaats maakt voor een donkere wolk die een mals regenbui produceert. Het Christiansborg blijkt een absolute voltreffer te zijn met weelderige koningskamers, een bijzondere keuken en prachtige paardenstallen. Het enige wat de omgeving ontsiert zijn de plastic blauwe hoesjes die we over onze schoenen moeten trekken om het parket niet te beschadigen.
Nadien stappen we (met een grote omweg blijkt nadien) naar Nyhavn met z’n gekleurde huisjes langs de kade waar op zaterdag een massa toeristen te vinden is. Om aan die mensenmassa te kunnen ontsnappen gaan we het water op en maken we vanuit Nyhavn een boottochtje over de kanalen waarin het water bij momenten zo hoog staat dat de hoofden regelmatig naar beneden moeten om onder de bruggetjes onderdoor te geraken zonder een hoofdwonde.
Na 13 kilometer stappen door de Deense hoofdstad ploffen we neer op een terrasje onder een zonnetje dat heel Kopenhagen verwarmd en wederom een staalblauwe hemel. Dezelfde hemel wordt om iets voor middernacht verlicht door alle kleuren van de regenboog wanneer er vanuit het Tivolipark vlakbij een vuurwerkspektakel de lucht wordt ingeschoten.

Op zondag verruilen we de lange wandeltochten door de stad met een fietstochtje. Mijn reisgenootje zoekt via een app twee beschikbare fietsen die de naam Donatello en Snake dragen en die voor ons klaar staan aan het station verderop. Eens we de fietsen hebben ontgrendeld, trappen we door de fietsvriendelijke stad naar het Kastellet dat eigendom is van het Deense Ministerie van Defensie maar evenzeer een fijne en rustige plek is om te wandelen. Na een uurtje wandelen, fietsen we verder naar de Kleine zeemeermin … nog steeds overduidelijk de grootste trekpleister van Kopenhagen. Een stadskaart is niet nodig om het de plaats te vinden waar het beeldje staat … het volgen van de colonnes bussen en troepen toeristen is voldoende. Het zeemeerminnetje vinden we dus meteen … het vinden van de prins laat nog even op zich wachten.
Ondertussen zijn de weersverwachtingen in de Deense hoofdstad veel beter dan voorzien en fietsen we in een heerlijk temperatuurtje langs de Gefionfontein naar Amalienborg, de residentie van de Deense vorstin waar we om 12u getuige zijn van de wissel van de wacht en in het museum genieten van één van de mooiste collectie juwelen die we ooit al hebben gezien.
Van zodra we Amalienborg uitwandelen, lopen we rechtstreeks richting de nabijgeegen Marmorkirken en hoewel de kerk vanbinnen niet opvallend bijzonder is, is het toch de moeite waard om even binnen te wandelen al is het maar op de immense koepel te aanschouwen.
Even verderop genieten we voor het eerst (maar niet voor het laatst) van een drankje met een heerlijke Deense chocoladekoek in een cafeetje dat van vloer tot plafond volgestouwd staat met snuisterijen. Het is echter de boodschap op de toonbank die ons helemaal over de streep trekt en ons hart sneller doet smelten dan de chocolade in onze koek.
Na de zoete lekkernij bezoeken we als laatste nog het slot Rosenborg dat werd gebouwd in de vroege 17de eeuw met kamers die vaak volledig bewaard zijn gebleven. Een bezoek aan Rosenborg is een absolute must bij een bezoek aan Kopenhagen met als absolute topper de kroon van Christian IV uit 1596 te vinden in de schatkamer.
Na een welverdiende rustpauze ontgrendelen we in de vroege avond terug Donatello en Snake (onze fietsen dus) om richting de haven te fietsen waar we ons laten meedrijven op de gezellige sfeer die er heerst bij de foodtrucks aan de overkant van Nyhavn.
De avond sluiten we af met mijn reisgenootje die niet meer uit een lachbui geraakt omdat ik een acrobatisch nummertje uitvoer wanneer ik er voor de tweede keer in slaag om uit mijn bed te schuiven al blijf ik dit keer weliswaar ergens halverwege hangen tussen het bed en de vloer.

’s Anderdaags laten we Kopenhagen achter ons en maken we kennis met de efficiëntie van het Deense treinverkeer en de shuttlebussen op de luchthaven. We arriveren twee uur eerder dan gepland bij de autoverhuurmaatschappij en wachten daar ook twee uur op onze auto gezien we geen 260 euro (!) willen bijbetalen om de huurauto twee uurtjes vroeger te kunnen hebben. We wachten dus braafjes in de lounge tot het weer tijd is om een nummertje te trekken aan de balie. Om 13u15 vinden we het welletjes geweest en kort genoeg tegen 14u aan om de sleutel toch in handen te krijgen. Die autosleutel blijkt te horen bij een veel grotere wagen dan we eigenlijk hadden gehuurd met alle mogelijke technische snufjes die maar te bedenken zijn. Vol onverwachte luxe (die voor ons niet hoeft maar die we ook niet afslagen) verlaten we Kopenhagen richting onze Airbnb in Herlev waar eigenaar Eric net niet mijn hand verbrijzeld met zijn stevige handdruk. Alvorens te genieten van het zonnetje in de tuin rijden we enkele kilometers verderop naar Roskilde om de domkerk te bezoeken. Over de buitenkant zijn mijn reisgenootje en ik het unaniem eens: lelijk. Het interieur van de domkerk huisvest echter enkele prachtige kapellen met bijzondere koningsgraven en een ronduit magnifiek koor. Het interieur van de domkerk van Roskilde duikelt moeiteloos de top drie in van alle kerken die we op onze reizen al hebben gezien.

Op dinsdagochtend zijn zowel de zon als ik vroeg van de partij en tover ik een eenvoudig ontbijtje op tafel maar niet zonder oog te hebben voor detail: een spiegeleitje, perfect gesneden tomaatjes en komkommer die elkaar afwisselen in het rijtje, een kaasplankje,… zelfs de rijstkoeken en de crackers zijn symmetrisch en haast op alfabetische volgorde gesorteerd op het bord.
Alvorens morgen de natuur in te duiken, staat er nog een bezoek gepland aan twee kastelen onder een temperatuur die om half tien ’s morgens al moeiteloos de 24°C haalt. We rijden naar Kronborg, een renaissancekasteel en de thuis van Shakespeares Hamlet. Wederom wandelen we doorheen waar Denen bijzonder goed in blijken te zijn: koninklijke kamers, koninklijke gewaden en oogverblindende juwelen. Na geflaneerd te hebben door koninklijke grandeur halen we de zaklamp op onze gsm boven om verkoeling te zoeken in de kazematten waar we dwalen door de hoofdkwartieren van de soldaten van weleer. Eens buiten nemen we op het domein van het kasteel nog ven de tijd voor een pauze en ontdekken we dat Denen niet alleen uitblinken in het bakken van chocoladekoekjes maar ook in het maken van chocoladetaart.
In de namiddag bezoeken we ook nog Frederiksborg bij temperaturen die uitzonderlijk zijn voor Denemarken en ondertussen moeiteloos de 29°C bereiken. Toch zetten we het bij die temperaturen op een gegeven moment toch maar op een lopen wanneer we op een terrasje ontdekken dat de kostprijs van een flesje cola zero geen zes maar tien kost. Voor alle duidelijkheid … we hadden de cola zero nog niet besteld toen we het op een lopen zetten.
De buitenkant van Frederiksborg kon ons al enorm bekoren maar de kapel aan het begin van ons bezoek is van het niveau waarvan je helemaal omver wordt geblazen … net als de rijk versierde zalen die erop volgen. Een royale afsluiter van de dag dus … uitkijkend naar een prachtig stukje natuur morgen.

Op woensdagochtend zijn we iets vroeger uit de veren omwille van de lange rit naar de kalk-en krijtrotsen van Mons Klint. Daar aangekomen bekijken we de borden en besluiten we de eerste trap die we tegenkomen naar het keienstrand beneden te nemen. We beginnen aan onze tocht boven de krijtrotsen vanwaar we een prachtig uitzicht hebben in de diepte en de verschillende tinten blauw en turquoise van het zeewater dat in golfjes over het keienstrand rolt. Na meer dan een kwartier wandelen naast fenomenale uitzichten begint het ons te dagen dat we de trap gemist hebben en pas na nog anderhalve kilometer wandelen beginnen we aan de afdaling van ongeveer 500 trappen naar beneden om dan te beginnen aan de terugtocht via het smalle keienstrand tussen de zee en de steile krijtrotsen. De wandeling langs de steil oprijzende krijtrotsen is erg mooi en na een klein uurtje wandelen en menig evenwichtsoefening blijkt het maar goed te zijn dat we zijn afgedaald via de verste trap gezien het laatste stukje om de trap terug naar boven te bereiken door het water gaat. We schoppen onze schoenen uit, bergen onze spullen op in onze rugzak en zijn onszelf bijzonder dankbaar dat we onze handdoek dan toch maar hebben meegesleurd. En dan begint de tocht terug naar boven … langs de 500 trappen. Ondanks de warmte lukt het toch behoorlijk vlot om terug naar boven te klimmen en zowel mijn reisgenootje als ik vinden Mons Klint een stukje natuur dat niet mag ontbreken op het lijstje bij een bezoek aan dit land.
Op de terugweg naar Herlev houden we nog halt bij twee kerken en bij de krijtrotsen van Stevn’s Klint die, ondanks het feit dat ze zijn uitgeroepen tot werelderfgoed, een beetje verbleken ten opzichte van de krijtrotsen van Mons Klint. Een pleister op de wonde is echter het gezicht van een mannetje dat ik ontdek op de muren van de kerk op de kliffen wat zorgt voor … al zeg ik het zelf … een bijzonder geslaagde foto.

Op onze Nationale feestdag staat een lange rit op de planning richting Aarhus waarvoor we enkele eilanden moeten oversteken over kilometerslange bruggen boven de zee waarin windmolens krachtig draaien en waarbij we ons de vraag stellen hoe iemand in godsnaam zulke lange bruggen kan bouwen. Onderweg houden we halt in Jelling voor een kennismaking met de vikingen. Het museum is bijzonder ingericht en getuigd van een behoorlijk staaltje creativiteit en technologie. Na ondergedompeld te zijn in een stukje vikinggeschiedenis wandelen we verder naar de belangrijkste plaats op het domein waar de twee immense runestenen te vinden zijn. Deze twee runestenen zijn op zich alleen al een reden om een omweg naar Jelling te maken.
Nadien gaat het verder naar Aarhus waar we nog een bezoek brengen aan de domkerk waarna we hopeloos de mist ingaan in de parkeergarage. Het ticketje moet, in tegenstelling tot in andere parkeergarages, gekocht worden voor het parkeren en niet erna. Mijn reisgenootje blijft er rustig onder en neemt een eventuele parkeerboete er wel bij onder het motto “tis toch dat we er niks aan kunnen doen”. Ik ga echter na kort overleg op zoek naar een parkeerwinkel waarbij ik ook nog eens verzeild geraak in een privébuilding wat overduidelijk niet in dank wordt afgenomen door de meneer achter de balie die vooral blij mag zijn dat er geen tekstbalk over mijn voorhoofd kan lopen. Uiteindelijk volgen we de raad op van een ander Belgisch gezin dat naast ons geparkeerd staat en op hetzelfde probleem is gebotst. We nemen dan maar een ticketje voor de volgende drie uur in plaats van de afgelopen drie uur en hopen dat de boete achterwege blijft … en zo geschiedde ook.
Even later komen we aan bij onze nieuwe logeerplek en is de verbazing groot wanneer de bewoner van het appartementje dat we geboekt hebben gepakt en gezakt klaar staat om zijn eigen woning te verlaten om het uit te lenen aan ons.

’s Ochtends na de aankoop en het opsmikkelen van een mierzoete Deense koffiekoek brengen we een bezoek aan Ebeltoft … een stadje gelegen in het Mol Bjerge National Park. Het is flaneren langs het kleinste stadhuis van Denemarken en de kleurrijke en gezellige straatjes met huizen die weelderig begroeid zijn met stokrozen in alle kleuren van de regenboog. Wandelend door de kleurrijke straatjes dwalen we af richting de haven en het museumschip dat we bezoeken waardoor we een goed zicht krijgen op de geschiedenis van de boot en onze oren toestoppen omwille van het kanonschot dat om 12u wordt gelost.
De grijze hemel wordt ondertussen nog donkerder en aan het einde van ons bezoek aan het schip gaan de hemelsluizen voor het eerst deze vakantie massaal open. De regen gutst door de straten waardoor we ervoor kiezen om nog even in het museum te blijven schuilen. De weergoden zijn ons echter redelijk goed gezind waardoor we in de namiddag toch onder een grijze maar droge hemel een wandeling kunnen maken naar de Kalo slotruïne in het Mols Bjerge National Park. De wandeling beginnen we in het bos nabij een kerkje waarbij het letterlijk bij elke stap die we zetten uitkijken is dat we geen naaktslak tot moes trappen. Na anderhalve kilometer door het weelderige groen komen we aan de vlakte en het pad dat loopt tot aan de ruïne. De wandeling ernaartoe loopt over een pad vol keien langs de waterkant, weelderige groene vlaktes en zandstroken waar koeien liggen te grazen en vogels in grote getalen neerstrijken. Het grote geluk van de dag volgt echter even later wanneer we de ruïne bereiken en mijn reisgenootje in de verte enkele zeehonden spot die op een uitstekende rots parmantig liggen te rusten.
De Deense natuur is prachtig … wat hopelijk morgen ook zo zal zijn als we naar het uiterste noorden van Denemarken rijden … naar het puntje waar de twee zeeën samenvloeien.

Na een rit van ongeveer twee uurtjes zien we waar de stroom auto’s en voetgangers zich bevindt en is het met de vuurtoren als oriëntatiepunt niet moeilijk om de duinen te vinden. Wanneer we geparkeerd zijn is het kiezen … of een treintje nemen dat ons over het strand naar het noordelijkste puntje van Denemarken brengt … of de duinen te voet oversteken en langs het strand een wandeling van ongeveer 2,5 kilometer maken. We kiezen uiteraard resoluut voor het laatste en wandelen langs de bunkers uit de tweede wereldoorlog en nadien zo dicht mogelijk langs het water waar het zand iets vaster is en het dus ook makkelijker wandelen is … al is het af en toe wegspringen als de golven plots wat dichterbij komen dan ingeschat. Na een tijdje lopen zien we zowel de kinderen als volwassenen dingen uit het zand rapen en terug in het zeewater gooien. Ze zijn blijkbaar niet alleen op zoek naar barnsteen maar mijn reisgenootje merkt ineens op dat er honderden zeesterren aanspoelen op het strand. Het is een schouwspel van over elkaar buitelende zeesterren die overspoeld worden door de golven.
Na ongeveer drie kwartier wandelen eindigt onze wandeling bij het tipje land dat het noordelijkste puntje van Denemarken is en waar twee zeeën tegen elkaar botsen … iets wat duidelijk zichtbaar is in het water. Koud of niet … we zijn erop voorzien en trekken onze schoenen en kousen uit en trippelen het ijskoude water in. En daar staan we dan … met onze ene voet in het water van het Kattegat en onze andere voet in het water van Skagerak. Nadien volgen er wat acrobatische toeren om de schoenen en kousen terug aan te krijgen maar eens dat lukt beginnen we terug aan onze toch richting de duinen langs de honderden zeesterren.
Nadien rijden we verder naar Lemvig dat de volgende twee dagen onze uitvalsbasis zal worden om het mooie Denemarken nog verder te ontdekken.

Op zondagochtend luiden ’s morgens vroeg de klokken van het nabijgelegen kerkje en na een zelfgemaakt ontbijtje met gerookte zalm zetten we koers naar het Limfjord. Het is even zoeken naar een geschikt plaatsje om een mooie blik te kunnen werpen op de fjord en na wat zoeken op google maps rijdt mijn reisgenootje een natuurgebied in waardoor we een weg nemen die loopt tussen een vogelbroedgebied aan de ene kant en de Limfjord aan de andere kant. De eenvoud van de natuur maakt ons stil en we rijden dan ook stapvoets door het gebied om onze ogen de kost te geven.
Ondanks de milde temperatuur van 20°C stapelen de wolken zich weer op en lijkt het wel herfst aan deze kant van Denemarken. We besluiten daarom, ook gezien de felle wind, om het Thy National Park met de auto te verkennen en nemen de hoofdweg (weg 181) die helemaal door het gebied heen loopt en nemen hier en daar een zijsprongetje van de weg af. Na onze tocht door het park kunnen we besluiten dat de zandduinen begroeid met weelderig groen, de prachtige stranden achter de duinen, de woeste golven die er aan land rollen, de bossen en binnenmeren beslist de moeite van een bezoekje waard zijn.
Na een bezoek aan Mols Bjerge National Park en Thy National Park staat er nog één nationaal park op ons lijstje om te bezoeken alvorens we een einde aan onze roadtrip breien in naar verluidt één van de mooiste stadjes van Denemarken.

’s Morgens wordt algauw duidelijk dat we ons (voor het eerst sinds lang) behoorlijk misrekend hebben en blijkt het bijna drie uur rijden te zijn naar het bezoekerscentrum van de waddeneilanden. Desondanks beginnen we er toch aan en na 2,5 uur rijden volgt in het bezoekerscentrum nog een koude douche wanneer blijkt dat het nog drie kwartier verder is naar het waddeneiland Roma en de weg naar het eiland Mando pas terug berijdbaar is vanaf 15u30 wanneer het eb is. Ook de tractor naar Mando is al lang geleden vertrokken bij eb. We zijn even uit ons lood geslagen maar besluiten dan toch maar om naar Romo te rijden en beleven daar de bijzondere ervaring om gewoon met de auto op het strand te mogen rondrijden … iets wat daar geheel normaal blijkt te zijn. Het is hier en daar oppassen om niet te slippen maar uiteindelijk lukt het allemaal prima. We houden nadien nog even halt bij de vissershaven van Romo voor een “fish and chips” en besluiten dan toch maar om alle moed te verzamelen en naar Mando te rijden.
Dat blijkt zo ongeveer de beste beslissing ooit te zijn gezien de natuur die zich voor ons ontvouwt niet meer in woorden te omschrijven is. We vertrekken aan het bord dat waarschuwt voor de getijden en draaien dan de zeven kilometer lange weg op waarbij we met open mond genieten van de landschappen voor ons, naast ons, achter ons,… We maken nadien nog een ritje rond het eiland en wanneer we de zeven kilometer lang weg terug oprijden is het water door het eb nog meer weggetrokken waardoor het lijkt alsof we in weer een totaal ander landschap terechtkomen. Zeehondjes hebben we dit keer niet gespot maar de natuur en het landschap van het waddeneiland Mando compenseren dit ruimschoots. Zouden we de trip van drie uur terug aangevat hebben wetende dat we zo’n landschap zouden zien … absoluut !!! Maar de volgende keer toch maar een verblijfplaats zoeken dichter bij de waddeneilanden.
’s Avonds blijkt de lange rit zijn tol te hebben geëist wanneer mijn reisgenootje en chauffeur van dienst een potje hummus uit de koelkast neemt en als bij wonder het dekseltje van het potje wegtovert. Ze vindt het echt niet meer terug en maakt het besluit dat de dag maar best snel tot een einde komt. Mijn taak bestaat erin om haar op milde wijze te laten weten dat ze niet daadwerkelijk kan toveren en het dekseltje gewoon onder de koelkast ligt. Ik lig ondertussen languit op de vloer om het dekseltje te redden … eerst met mijn handen en daarna met een mes … waarbij ik helaas niet het dekseltje vang maar wel een magneet die al enige tijd onder de koelkast blijkt te liggen.

De laatste twee dagen van onze roadtrip brengen we door in Odense … waar de Vintapperstraede binnen de kortste keren ons hart heeft veroverd omwille van de kleurrijke lampionnen die de straat sieren, de heerlijke geuren die door het straatje dwarrelen, de winkeltjes her en der,… En uiteraard dompelen we ons helemaal onder in de sprookjesachtige sfeer van Hans Christian Andersen en dit in het H. C. Andersens Hus waar het leven en werk van de sprookjesschrijver prachtig wordt tentoongesteld en tot leven wordt gewekt.
Verder zwerven we nog door de gezellige straten van het stadje waarbij we nog een bezoek brengen aan het woonhuis van H. C. Andersen, het Montergarden, het stadhuis en de kathedraal met een bijzonder altaarstuk en bijzondere relieken.
Eindigen doen we in Odense bij … de bakker … want onze roadtrip willen we afsluiten met … hoe kan het ook anders … een lekker Deens gebakje.

…Denemarken…
…land van vlaktes, heuvels, bossen en broedgebieden…
…land van binnenmeren, fjorden en wadden…
…land van botsende zeeën…
…land van vikingen en eeuwenoude monarchieën…
…land van havens, paleizen en de meest prachtige kroonjuwelen ooit…
…land van zoete koekjes en nog zoetere taartjes…
…land van zeehonden en zeesterren…
…van krijtrotsen, kustlijnen en woeste golven…
…land van sprookjesschrijvers en iets over dromen…
…blijven dromen…willen we dat nou niet gewoon allemaal…

Over de auteur

Scroll naar boven