Op ongeveer een half uurtje rijden van Skopje ligt de Matkakloof met een oppervlakte van meer dan 5.000 hectare en het Matkameer als het oudste kunstmatige meer van het land. Het meer wordt gecreëerd door de Treska-rivier die tot tweemaal toe wordt gekeerd door een dam. De eerste dam is de Kozjakdam en de tweede is de Matkadam die dateert uit 1937.
De Matkakloof (Matka betekent baarmoeder) wordt ook wel de “vlindervallei” genoemd omdat er 119 dagvlinders zouden te vinden zijn en 140 soorten nachtvlinders waarvan er ongeveer 80 soorten endemisch zouden zijn op de Balkan.
Ook zijn er duizenden plantensoorten te vinden maar speciaal zijn vooral de donkerroze “viola kosanini” en de lila “ramonda nathaliae”.
Ook de meest giftige slang van Zuid-Europa, de gehoornde adder, huist in de kloof.
De Matkakloof bevat naast verschillende kerken ook drie kloosters: het Sint-Andrew’s klooster gesticht rond 1388, het klooster van de Heilige Moeder van God gebouwd in de 14de eeuw en het Sint Nicholas Sisevski-klooster stammende uit de 17de eeuw. Alle kloosters zijn te voet bereikbaar.
In de Matkaloof zijn ook vele grotten te vinden maar de meest bezochte grot, te bereiken via een korte boottocht, ligt op de rechteroever op ongeveer anderhalve kilometer van de Matkadam. De Vrelogrot heeft vele stalagmieten maar voor stalactieten waarvan de grootste de bijnaam “dennenappel” heeft gekregen. Aan het einde van de grot bevinden zich twee meren. Het ene meer is 8 meter lang en 15 meter diep, het andere meer is 35 meter lang en 18 meter diep.
In de grot huizen vier soorten vleermuizen.
De exacte diepte van de grot was in 2023 nog steeds niet gekend maar duikers konden reeds een diepte bereiken van 280 meter. Toch wordt gedacht dat de grot nog veel dieper gaat en wordt aangenomen dat deze grot één van de diepste van Europa zou kunnen zijn.
(Op de fotopagina kunt u nog andere foto’s bekijken van Noord-Macedonië)