Onder een grijze Belgische wolkenhemel, die af en toe een behoorlijke hoeveelheid regen loslaat, vertrekken we naar het Baskenland waar we kort na de middag landen in Bilbao en terecht komen onder een al even grijs wolkendek … al is de positieve noot dat de regen hier onverwacht veelal achterwege blijft.
Met alleen handbagage gaat het snel richting het hotel waar we niet veel later op bed ploffen met uiteraard al een stadskaart in onze handen die we helemaal onder de loep nemen.
Na een half uurtje van iets wat lijkt op een beetje rusten, trekken we onze wandelschoenen aan en beginnen we aan onze tocht langs de rivier de Nervion richting het oude stadscentrum waarbij we onderweg al een eerste keer een prachtige blik kunnen werpen op het Guggenheim Museum dat aan de overkant van de rivier glinsterend oprijst ten opzichte van de grijze wolken.
Na een half uurtje wandelen zijn we in het oude stadscentrum wat nog een pak compacter blijkt dan we aanvankelijk hadden ingeschat. We dwalen door een wirwar van gezellige straatjes en pleinen en lopen langs de Santiagokathedraal. De deuren staan (in tegenstelling tot wat alle mogelijke websites ons vertellen) wagenwijd open en dus besluiten we er ook meteen naar binnen te lopen. Hoewel de kathedraal vrij eenvoudig oogt, zijn er binnen wel enkele prachtige kapellen te bekijken, beschikt de kathedraal over enkele prachtige glas-in-loodramen en is de mooie kloostergang zeker en vast een bezoekje waard !
Nadien wandelen we terug langs de oever, over de vele bruggen die de rivier overspannen, langs de vele kleurrijke huizen langs de waterkant, enkele prachtige muurschilderingen, het stadhuis en het theater.
Steeds meer snuiven we ook in de straten de geur op van de pintxos en is het uiteraard onmogelijk om die lekkernijen, vergezeld van een glas rode wijn, aan ons voorbij te laten gaan.
Op de terugweg naar ons hotelletje lopen we terug langs het Guggenheim Museum waar het gouden gebouw omgeven wordt door grote wolken mist die, samen met de zon die op dat moment even door de wolken breekt, ervoor zorgt dat de winnende foto van de hele citytrip op de eerst dag al wordt genomen.
In tegenstelling tot wat vijftien verschillende weerapps voorspellen, worden we wakker onder een blauwe hemel die slechts hier en daar ontsierd wordt door een dikke wolkensluier. Na een ontbijtje trekken we richting de Basilica de Begona waarvan de weg ernaartoe begint in één van de straatjes van de oude stad. Hoewel de straatjes lijken aangelegd te zijn in een soort van dambordpatroon lijken wij meer in cirkeltjes te lopen en duurt het even voor we de trappen vinden die leiden naar de basiliek. Het kortstondig in cirkeltjes lopen heeft echter ook zijn voordelen … we hebben alvast de beste koekjeswinkel ontdekt van de hele stad.
Eens boven gekomen na een hele reeks trappen besluiten we om pas naar binnen te gaan in de basiliek van zodra de klokken luiden om 12u ’s middags en de viering dus ook ten einde is. We ontdekken dat het interieur beschikt over een heel aantal prachtige robuuste zuilen en een heel mooi hoogaltaar.
Eens buiten merkt mijn reisgenootje in de plaveien buiten aan de basiliek de schelp op die de weg wijst naar Santiago de Compostella en we besluiten de schelp te volgen. Pas dan merken we hoe vaak we eigenlijk al een schelp en richtingaanwijzer zijn tegengekomen in de stad en dus wandelen we een stukje van de pelgrimsroute tot deze ons bij het Plaza Nueva brengt. Ondertussen merken we dat de lucht steeds donkerder en donkerder wordt tot enkele regendruppels uitgroeien tot een heuse plensbui … geen beter excuus voor een bezoekje aan de Mercado de la Ribera en uiteraard ook pintxos.
’s Avonds ondernemen we nog een keertje een tripje naar de oude stad en worden we in een barretje aangesproken door een jongeman die paraplu’s en kettinkjes verkoopt. Het woord “neen” lijkt zeer moeilijk te aanvaarden en het kost ons echt wel heel veel moeite en geduld om de jongeman duidelijk te maken dat we niets zullen kopen.
Wanneer we een uurtje later richting het plein lopen met daarop het prachtige theatergebouw horen we ineens de massieve donkere houten deur van de bibliotheek met een harde klap dichtvallen waarna een vrouw een telefoontje pleegt en er op een paar seconden tijd overal politieagenten verschijnen die de bibliotheek in verdwijnen. Niet veel later volgen er nog twee politieauto’s met loeiende sirenes en een horde politieagenten die plots uit elke straat tevoorschijn lijken te komen. We kunnen niet echt een kant op en besluiten dan maar braafjes mee te doen met wat iedereen doet op dat moment: blijven staan en kijken. Een vijftal minuten later wordt een jongeman geboeid de bibliotheek uitgeduwd en met wat duw-en-trekwerk in de politieauto gemanoeuvreerd. Wanneer we verder wandelen merkt mijn reisgenootje op dat degene die geboeid de bibliotheek uitkwam een uurtje daarvoor een paraplu of een kettinkje aan ons wilde verkopen.
Op vrijdagochtend halen we de huurauto op die we gisteren hebben gereserveerd en leggen we, naar goede gewoonte, de autoverhuurder het vuur aan de schenen zodat alles duidelijk en goed geregeld is. Ons eerste tripje met de huurauto gaat naar Gernika waar we in een stortbui richting het centrum wandelen door het Park van de Europese Naties en door de tuin van het Assembly House met de eikenboom. We brengen ook een bezoekje aan het Museum van de Vrede en komen daar anderhalf uur later wel heel erg stilletjes buiten. De foto’s in het museum en het verhaal van het bombardement beklijven maar het zijn de getuigenissen van de overlevenden die op film worden getoond die ontzettend naar de keel grijpen.
Na nog een wandeling langs de muurschildering van het wereldberoemde schilderij van Picasso besluiten we de indrukken van Gernika te laten wegwaaien bij de gekleurde huisjes in de haven van Bermeo die we bereiken via het oude stadscentrum dat bulkt van de prachtige sculpturen. Aan de rand van de haven houden we even halt en proberen we een menukaart te ontcijferen van één van de tapasbarretjes maar na enkele verwoede pogingen om er iets van te kunnen maken, bestellen we maar wat in de hoop dat we goed gegokt hebben. De tapas blijken overheerlijk met uitzondering van de inktviskroketjes waarvan de vulling ook daadwerkelijk inktzwart ziet. Hoewel we moeten toegeven dat de smaak werkelijk voortreffelijk is … het oog wil ook wat … en in dit geval blijken vooral mijn ogen niet mee te willen werken en haak ik helemaal af op de kleur van de inktviskroket.
Terwijl we aan het eten zijn komt de dame, die al enige tijd aan een tafeltje in de bar zit, ineens langs voor een heel gesprek en hoewel ik meerdere keren probeer duidelijk te maken dat ik er niets van begrijp, brabbelt ze maar door. Er volgt een hele uiteenzetting, ondertussen wrijft ze over mijn rug en krijg ik de ene knuffel na de andere terwijl ik overvallen wordt door een heuse zweem van alcohol elke keer ze lacht of op een centimeter van mijn gezicht komt hangen om haar uitleg nog wat meer kracht bij te zetten. Uiteindelijk laat ik haar maar begaan, tot groot jolijt van mijn reisgenootje die ondertussen ontspannen nog wat tapas aan haar vork prikt, en wacht ik tot ze helemaal uitverteld en uit geknuffeld is.
Aan het einde van de dag parkeren we ons in de ondergrondse garage van ons hotel waarbij mijn reisgenootje, overigens een prima chauffeur, zichzelf ervan overtuigd heeft dat ze nooit meer uit die garage zal geraken met die auto want de weg is te smal en te steil om terug boven te kunnen geraken. Geruststellend is alvast wel dat onze auto geparkeerd staat vlakbij een rode auto die helemaal lijkt weggereden te zijn uit “Cars”.
Zaterdagochtend stappen we terug in onze auto, nog steeds geflankeerd door Bliksem McQueen”. Ik ga alvast de parkeergarage te voet uit om zo instructies te kunnen schreeuwen naar mijn reisgenootje beneden in de auto. Terwijl ik nog sta te gillen dat de weg naar boven eigenlijk niet zo smal en steil is, rijdt ze (geheel volgens verwachting trouwens) gezwind de parkeergarage uit waarvan ik de deur heb laten opengaan via een knopje in de zijmuur en waarbij ik nog net op tijd kan wegspringen alvorens de deur in mijn gezicht te krijgen (de deur ging naar binnen toe open in plaats van naar buiten toe … kleine inschattingsfout).
Vandaag gaat ons ritje naar wat uitgegroeid is tot één van de meest bezochte plaatsen in het Baskenland … voor de fans van Game of Thrones … Dragonstone. We stoppen eerst bij de vuurtoren enkele kilometers verderop en zien vanop dat uitkijkpunt in een snoeiharde wind in de verte het rotseiland en de hermitage liggen. Wanneer we aankomen bij de (piepkleine) parking van San Juan de Gaztelugatxe staat het geluk aan onze kant en rijden er net enkele wagens weg zodat wij veilig kunnen parkeren. Omwille van het slechte weer hebben velen hun toegangskaartje geruild voor een andere dag en mogen wij een uurtje vroeger dan voorzien beginnen aan onze tocht naar de top van het rotseiland. De eerste kilometer lopen we over een stevige afdaling die ons trakteert op prachtige uitzichten (ondanks het weer) op de Golf van Biskaje met de prachtige rotskust in de omgeving en op het rotseilandje zelf. Na de afdaling beginnen we aan de trappen die ons helemaal boven aan de rots brengen waar het uitzicht op de trappen die we net hebben overwonnen werkelijk spectaculair is ! De terugweg is zwoegen … eerst alle trappen terug naar beneden klauteren en dan een bijzonder steile en pittige klim van een kilometer. Zwetend, puffend en met meerdere tussenpauzen bereiken we terug het beginpunt waar we vinden dat we hard genoeg ons best hebben gedaan om een paar pintxos te verdienen alvorens we de auto terug afleveren op de luchthaven.
Hoewel we al verhalen hoorden over mensen die enkele rondjes moeten maken alvorens op de luchthaven van Bilbao de juiste inleverplek te vinden voor een huurauto slagen we er wonderwel in om van de eerste keer de juiste bordjes te vinden in het doolhof van de parking waarna we even later op de juiste parkeerplek staan.
De taxirit van de luchthaven terug naar ons hotel in het centrum is een ander paar mouwen en lijkt wel een heuse straatrace. De chauffeur vindt zonder problemen het gaspedaal en blijft ook aan hoge snelheid doorrijden in de taxilaan aan de tolweg waar een automatische slagboom voorzien is die volgens mij nooit snel genoeg kan opengaan gelet op de snelheid waarmee we door die laan scheuren. Wanneer we bijna aan de slagboom zijn, kan ik een halve gil niet onderdrukken. De slagboom gaat nog net op tijd naar boven (het is millimeterwerk) en de chauffeur maakt duidelijk dat er helemaal niets aan de hand is en dat ik een beetje overdrijf. Mijn reisgenootje merkt (uiteraard in het Nederlands) fijntjes op dat zijn snelheid pas overdreven is en laat me rustig weten dat meneer de taxichauffeur maar liefst 150 km/u rijdt in een zone waar 80 km/u de maximale toegelaten snelheid is. Het spreekt voor zich dat we heel snel in ons hotel zullen aankomen.
’s Avonds vullen de straten zich met voetbalgezang en wit-rode sjaals … Bilbao speelt een thuismatch … en wint.
De laatste dag van onze citytrip brengen we door onder een stralende zon en helderblauwe hemel. Het is volop wandel- en terrasjesweer en daar maken we natuurlijk volop gebruik van. We wandelen door de groene long van de stad, langs het Palacio de Chavarri en trakteren onszelf op een ritje met de Funicular waar we boven op de heuvel een mooi uitzicht hebben op de oude stad, de rivier en het Guggenheim Museum. Uiteraard hebben we ook tickets geboekt voor dit museum. Niet alleen de collectie en het interieur van het museum is magnifiek … het gebouw op zich is alleen al een absolute must-see bij een bezoek aan Bilbao.
Wandelend langs de Nervion-rivier blikken we terug op ons bezoekje aan Bilbao en sluiten we af met … hoe kan het ook anders … een glaasje rode wijn (of twee) en pintxos.
…Bilbao…
…oude stad van straten en pleintjes…
…nieuwe stad van gouden titaniumplaten als schatkist voor kunst…
…Gernika…heeft de geschiedenis ons eigenlijk wel iets geleerd…
…rotseiland met gitzwarte kust en oude haventjes omgeven door kleur…
…rode wijn en pintxos…
…en de gele schelp…de route…de zoektocht…