Een opvallend silhouet in de stad zijn de drie torens van deze kathedraal die de zetel van het aartsbisschopdom van Praag is en is gewijd aan de heilige Vitus, een Rooms-Katholieke heilige uit Sicilië. Keizer Karel legde in 1344 de eerste steen nadat op zijn verzoek een romaanse kerk was vernield. De Fransman Matthieu d’Arras begon te bouwen in Frans-gotische stijl waarna de Duitser Peter Parler verder bouwde in Duits-gotische stijl. Koning Vladislav II voegde laatgotische elementen toe en keizerin Maria Theresia renoveerde in 1753 de burcht grondig en gaf de kerk toetsen van Weens classicisme mee. Het schip dateert uit de 19de eeuw en de bouw werd uiteindelijk pas in 1929 afgerond.
Aan de westkant vindt men het “Gouden Portaal” dat vroeger dienst deed als de hoofdingang van de kerk. De Boheemse vorsten liepen door deze poort voor hun kroning. De mozaïek werd in de 14de eeuw gemaakt door Venetiaanse kunstenaars en beeldt het “Laatste Oordeel” uit.
Even verderop is de klokkentoren die een hoogte heeft van 96,5 meter en bestaat uit drie verschillende bouwstijlen.
De voorgevel van de Sint Vitus-kathedraal werd van 1873 tot 1929 gebouwd in een neogotische stijl. Het grote roosvenster boven de ingang werd in 1927 voltooid. Frantisek Kysela stelde meer dan 27.000 stukjes glas samen op een oppervlakte van honderd vierkante meter en creëerde zo “De Schepping van de Wereld”.
De Sint Vitus-kathedraal heeft drie beuken waarvan de middenbeuk wordt overspannen met maaswerk. De zijbeuken zijn verbonden met 19 kapellen. Er zijn verschillende grote gebrandschilderde ramen waarvan sommige ware meesterwerken zijn onder andere “Sint Cyrillus en Sint Methodius” gemaakt in het begin van de 20ste eeuw door Alfons Mucha.
Het koor is één van de hoogtepunten van de kathedraal. En in het midden bevindt zich een wit marmeren koninklijk mausoleum met tombes ontworpen door de Vlaamse beeldhouwer Alexander Colin. Het mausoleum werd tussen 1571 en 1589 gemaakt voor Ferdinand I en diens vrouw.
Indrukwekkend is ook het grafmonument voor Johannes van Nepomuk. In 1736 ontwierp de Oostenrijker Joseph Manuel Fischer von Erlach de tombe waarvoor hij twee ton zilver gebruikte.
Het meest bezienswaardig is echter de Sint-Wenceslaskapel gewijd aan de patroonheilige van Tsjechië. De kapel werd in de 14de eeuw gebouwd rond de tombe van de heilige en is versierd met meer dan 1300 halfedelstenen en kostbare muurschilderingen met taferelen uit de Bijbel en het leven van Sint Wenceslas. Een deur in de hoek leidt naar de Kroonkamer waar de Tsjechische kroonjuwelen bewaard worden.
(Op de fotopagina kunt u nog andere foto’s bekijken van Praag)