Op ongeveer 54 kilometer van Vlora ligt het klooster van Ardenica op het hoogste punt van een reeks heuvels die zich uitstrekken over de grote vlakte van Myzegea.

In de loop van de eeuwen was het klooster een belangrijk cultureel, historisch en spiritueel centrum van de orthodoxe kerk.  Het klooster, gewijd aan de geboorte van de Heilige Theotokos, werd gesticht in de 13de of 14de eeuw.  De centrale kerk werd gebouwd in 1743 en vermoed wordt dat deze een vroegere kerk vervangt die aan het einde van de 17de eeuw werd vernietigd door een brand of een aardbeving.  De restauratie was voor een groot deel te danken aan de toenmalige prediker van de kerk in die tijd Nektar Terpo.  Twee jaar na de bouw van de kerk verzocht abt Andoni om meer economische hulp om het klooster te herbouwen.

Hoewel verschillende keren gerestaureerd en aangepast, hebben de meeste gebouwen in het klooster (de kelders, gastenkamers, keuken, bakkerij en vooral de oliemolen) hun oorspronkelijke vorm behouden.  Daarmee behoren ze tot de best bewaard gebleven gebouwen voor kloosters in de 18de eeuw.

De binnenmuren van de kloosterkerk zijn volledig bedekt met fresco’s.  De muurschilderingen zijn het werk van Konstandin en Athanas Zografi en dateren uit 1744.  Alle gebruikte woorden, ook die op de fresco’s, zijn in oud-Grieks.  Er zijn ook iconen te vinden van de 7 Heiligen die de Slaven evangeliseerden evenals van Sint John Kukuzeli, een Byzantijnse musicus uit de 12de eeuw.  Op het vierde niveau van de muurschilderingen is ook een groep fresco’s gewijd aan het Lijden van Christus.
Een groot deel van de iconen op de iconostase zijn gemaakt in 1744.  Ook de iconostase zelf werd rond 1744 gemaakt en gerestaureerd in 1804.  De bisschoppelijke troon werd eveneens rond deze periode vervaardigd en beschilderd met goud.  Het houtsnijwerk benadrukte het belang van fauna en flora die symbolische betekenissen hadden.

Op een gegeven moment had het klooster ook één van de meest complete bibliotheken van het land maar in 1932 verwoestte een brand de volledige bibliotheek met uitzondering van een Oud Testament in het Grieks uit de 18de eeuw, een 18de-eeuws onderhoudsboek voor de maand juli en een exemplaar van de Evangeliën in twee talen (Albanees en Grieks).  Nadat de bibliotheek was verwoest, werd het klooster een tijdje onderhouden door leken.

Voor de tweede wereldoorlog werd aartsbisschop Kristofor Kisi naar het klooster gestuurd en vanaf 1957-1967 stond het onder leiding van aartsbisschop Irini Banushi van Apollonia.
In 1967 redde de bisschop het klooster van de communistische verwoestingen door de communisten ervan te overtuigen dat ze bij vernietiging aan het klooster een enorme historische schade zouden toebrengen.  Bovendien geloofde men dat Skanderbeg in mei 1451 in dit klooster was gehuwd.  Hoewel het klooster gered werd van de totale vernieling bracht de omvorming ervan tot militaire barakken tijdens het communistische regime hoe dan ook enorme schade toe.

Later werd het klooster uitgeroepen tot een cultureel monument onder bescherming van de regering en in 1988 werd het geopend voor toerisme.

Op Heilige donderdag 1996 werd het klooster officieel terug geschonken aan de orthodoxe kerk van Albanië.

(Op de fotopagina kunt u nog andere foto’s bekijken van Albanië)

Over de auteur

Scroll naar boven