Het klooster van Bachkovo is een belangrijk monument van de christelijke architectuur en één van de grootste en oudste oost-orthodoxe kloosters in Europa.  Het klooster is vooral bekend omwille van de unieke combinatie van Byzantijnse, Georgische en Bulgaarse cultuur die werden verenigd door een gemeenschappelijk geloof.
In 1803 werd het klooster van Bachkovo opgericht door Grigorri Bakuriani onder het bewind van de Byzantijnse keizer Alexis I Komnin.  Bakuriani was een vriend van de keizer die het gebied overheerste waar het klooster werd gebouwd.  De broer van Grigorri en medeoprichter van het klooster, Abassi, overleed voor de klaar was. Drie jaar na de opening van het klooster werd Grigorri gedood in een gevecht.  Zijn botten werden nooit teruggevonden.  De botten van zijn broer Abassi werden in het ossuarium geplaatst.

De monniken in het klooster zouden met 50 zijn geweest waarvan één abt aan het hoofd stond van het klooster.  50 was een belangrijk aantal omdat slechts twee andere instellingen in Byzantium meer monniken hadden.  De eerste monniken waren, net als de stichters, van Georgische of Armeense afkomst. Discipelen van Griekse afkomst werden niet toegelaten.  Grigorri slaagde er ook in om een speciaal koninklijk besluit te verkrijgen waardoor het klooster volledig onafhankelijk was van elke andere orthodoxe instelling.

Voor de pelgrims werden drie kloosters gebouwd waarvan vandaag de dag alleen de kerk het overleefd heeft.  Het klooster kreeg ook huisdieren in bezit (110 paarden), liturgische boeken, iconen, rijk versierde kledingstukken,… 70 keizerlijke decreten werden geschreven om de status van het klooster en het eigendomsbezit te omschrijven.
Tot 1363 behield Bachkovo zijn onafhankelijkheid en vele Bulgaarse koningen doneerden geld voor het behoud van het klooster.  In de eerste helft van de 14de eeuw maakte koning Ivan Alexander zo’n grote donatie over aan het klooster dat hij werd erkend als mede-oprichter.  Zijn portret siert het ossuarium.

Hoewel het klooster zich altijd in een prachtige staat bevond werd het leven in het klooster veel harder na de verovering door de Ottomanen in 1393.  Gedurende de 16de eeuw zorgde Sultan Suleiman ervoor dat renovaties aan het klooster mogelijk waren en aan het begin van de 17de eeuw werd het klooster nogmaals gerenoveerd onder heerschappij van abt Matei en abt Pertenii.  In de 17de eeuw werd het klooster ook terug volledig onafhankelijk en werd het een deel van het patriarchaat van Constantinopel waardoor de Griekse aanwezigheid in het klooster toenam.  De 18de en 19de eeuw werden gekenmerkt door “superioriteitsgevechten” tussen Bulgaren en Grieken.  Naar de eerste helft van de 19de eeuw toe werd een tweede deel toegevoegd aan het klooster en groeide het aantal pelgrims.  In 1836 werd een kerk gebouwd die later werd geschilderd door Zahari Zograph.  Aan het einde van de 19de eeuw ontstonden de gevechten voor de onafhankelijkheid van de Bulgaarse kerk. Sommige van de Griekse monniken verlieten het klooster en verborgen daarbij de oudste kopieën van de kloosterverordening.  Sinds 1894 staat het klooster onder permanente jurisdictie van de Nieuwe Bulgaarse kerk en op dit moment maakt het klooster deel uit van het Bulgaarse patriarchaat en is het een plaats waar de overblijfselen rusten van de eerste en de laatste abt van de Bulgaarse orthodoxe kerk zijnde Stefan (1330-1404) en Kiril (1953-1971).

De volgende delen van het klooster zijn bijzonder bezienswaardig: de kloosterkerk, de kerk van de aartsengelen, de tempel van Sint Nicholas, het ossuarium, de oude refter, de kelders, het panoramische fresco en de dyospirus-boom.

– de kloosterkerk: deze werd gebouwd in 1604 op de archeologische overblijfselen van de oude Bakuriani-kerk.  Het is een “koepel op kruis-

kerk” van 24,5 meter op 14,5 meter en het is uitzonderlijk dat de monniken in de 17de eeuw erin slaagden toestemming te krijgen van de Ottomaanse regering om zo’n grote tempel te bouwen.  De iconostase met verguld en gekleurd houtsnijwerk is één van de oudste in Bulgarije en werd gemaakt in het begin van de 17de eeuw.  De belangrijkste fresco dateert uit 1850 (Mosko Velev) en omvat een schilderij zo oud als de kerk zelf.  De rest van de muren zijn bedekt met scènes uit het leven van vroegchristelijke martelaren en beelden van heiligen.  De aureolen zijn versierd met vergulde rozen.  Op de koepel is een beeld van Jezus te vinden.  In de tempel zijn aan beide zijden van de centrale poort de graven van de twee beroemde abten Stefan en Kiril.

– de kerk van de Aartsengelen: dit is de oudste kerk in het binnengedeelte van het klooster en dateert uit de tijd van de oprichting van het klooster.  De kerk bestaat uit twee verdiepingen.  Uit de constructie blijkt dat deze kerk verbonden is met de hoofdkerk waarbij bij de bouw van de laatste in 1604 het altaar van de kerk van de Aartsengelen in de narthex van de hoofdkerk werd geplaatst.  De tempel zelf ligt op de tweede verdieping en is gewijd aan aartsengel Michaël en aartsengel Gabriël.  Binnen in de tempel is een fresco uit 1843 door Moso Odrinchanin en slechts een deel van de oude muurschilderingen zijn bewaard gebleven. Het kruis dateert waarschijnlijk uit de 11de-12de eeuw. De ruimte op de eerste verdieping en de raamboogjes worden versierd door fresco’s uit 1841 van Zahari Zograph.  Aan de binnenmuren is er een afbeelding van Alexis I Komnin die volgens bronnen de stichter van de tempel was.  Onder deze fresco werden in 1905 bij opgravingen botten gevonden.  Het is vooralsnog (in 2017)  onduidelijk tot wie deze toebehoren.

– de tempel van Sint Nicholas: deze derde kerk van het klooster werd gebouwd in 1936 en deze gehele tempel werd eveneens ingericht door Zahari Zograph met fresco’s die scènes bevatten van “Het Laatste Oordeel”, de hemel, de hel, de heiligen en zondaars.  Zahari had ook portretten van rijke burgers uit Plovdiv afgebeeld “in de hel” wegens hun onpatriottisch gedrag. Naast de portretten van de abten van die tijd is Zahari’s zelfportret er te vinden met de volgende tekst boven zijn hoofd: “Zahari Hristovich schilder van Samokov, dit werd gedaan door mijn hand”.  De kerk is vandaag de dag nog steeds in gebruik en dit voornamelijk als doopkapel.

– het ossuarium: dit is het oudst bewaarde gebouw in de omgeving, gebouwd in 1083, door Grigorri Bakuriani.  Het plafond en het dak werden in 2001 hersteld.  Het gebouw heeft qua architectuur hedendaagse Byzantijnse, Bulgaarse, Syrische en Kaukasische invloeden.  De kerk is een rechthoekige basiliek met narthexen op beide verdiepingen.  De gevel bestaat uit rijkelijk versierde bogen verdeeld door kolommen.  Het ossuarium is de enige in de orthodoxe wereld met bewaarde fresco’s waarvan sommige dateren uit de 11de eeuw en anderen uit de 15de eeuw. De fresco’s zijn van de hand van Joan Iveropulec. Het ossuarium heeft twee verdiepingen.  De eerste verdieping bevat veertien graven en is een eerbetoon aan de “botten van de monniken”.  Op de muren van de narthex en boven de ingang van dit deel zijn vele fresco’s te vinden met scènes uit “Het Laatste Oordeel”.  In het centrale schip is een scène te zien uit de compositie “Visie van profeet Ezekiël uit het veld van droge botten”.  Bij het altaar zie je de voorbidding van de Heilige Maagd en Johannes de Doper voor Jezus en zondaars en bijzonder is het beeld van de Heilige Maagd.  Dit beeld is één van de mooiste binnen de christelijke kunst.  In de narthex bevinden zich ook de vier portretten van de oprichters van het klooster.
Op de tweede verdieping bevinden zich nog beter bewaarde fresco’s van dezelfde schilder.  Er is een portret van Johan Alexander (de toenmalige koning van Bulgarije), van Sint Konstantin en Sint Elena en van Johan de Evangelist.  De koning is in volle glorie getekend met een opschrift boven zijn hoofd “In de glorie van Christus, vrome koning en autocraat van Bulgaren en Grieken”.  Het binnenste gedeelte van de kerk is versierd met scènes uit het leven van Jezus.  In de open ruimte van het altaar ligt de “Communie van de Apostelen” en de apsissen zijn versierd met de “Maagden met de Aartsengelen”.  Op de plaats waar vroeger het klooster was, zijn nu twee beeldengroepen van heiligen te zien. Op dit moment (2017) is het ossuarium een museum.

– de refter: zowel de refter als de keuken zijn gebouwd of gerestaureerd in 1623.  De keuken heeft een vierkante fundering en vier gewelfbogen ondersteunen het plafond.  Ze is afgewerkt met een 8 meter hoge schoorsteen.  De eettafel langs de westmuur is gemaakt van marmeren borden met het opschrift dat het in 1601 werd gebouwd door ambachtsman Nikola.  Gezien deze datum is het mogelijk dat er op de plaats van de refter nog een ouder gebouw heeft gestaan met hetzelfde doel.  Heel de refter is ingericht met religieuze fresco’s daterend uit de 17de eeuw. Op het plafond worden portretten van 12 filosofen getoond en rondom worden 24 scènes afgebeeld uit de hymne van de Heilige Maagd en van alle 7 Oecumenische Raden.  Aan de oostmuur is een afbeelding van de “Dag des Oordeels”.  Van 1965 tot 1971 werd de refter grondig gerestaureerd door een team Bulgaars-Tsjechische restaurateurs.

– de kelders: de huidige kelder werd gebouwd in 1622 en is vandaag de dag nog steeds in gebruik voor de bewaring van het eten en de beroemde Djindjifirka-wijn (rakya).  De rakya is gemaakt van druiven en na de distillatie worden enkele stukken van de oude kloosterboom Dyospirus Lotos toegevoegd die een kenmerkende smaak en kleur geven.  Volgens het spreekwoord is “verantwoord gebruik van de wijn een balsem voor het hart”.

– Panoramische fresco: aan de buitenmuur van de refter vind je het grootste fresco in Bulgarije daterend uit de 19de eeuw en geschilderd door Aleksi Atanasov die als leidraad een afbeelding gebruikte uit 1807 die het klooster en zijn omgeving toonde, portretten van de oprichters, vieringen van tweede Paasdag en het einde van de stad.  Portretten van strijdende heiligen zijn aan de zijkanten van de compositie te zien.  De fresco biedt historische informatie over de staat van het klooster na de stichting ervan.

– Dyospirus Lotos: dit is een ongebruikelijke boom voor Bulgarije en werd door de monniken van de Kaukasus naar het klooster gebracht.  Delen ervan worden gebruikt voor het maken van de beroemde rakya.

(Bronvermelding: de tekst is ontleend aan de informatie te vinden op de vrij te gebruiken informatieve website van het klooster van Bachkovo).

(Op de fotopagina kunt u nog andere foto’s bekijken van Bulgarije)

Over de auteur

Scroll naar boven