Op deze plaats zouden voordien een Romeinse Acropolis, een vroegchristelijke basiliek en een Arabische burcht hebben gestaan. 

In 913 gaf de eerste Kalief van Al-Andalus de opdracht tot de bouw van een kasteel op deze plek.  In de 11de eeuw liet Al-Moetamid, de laatste koning van de Abbadiden-dynastie, het kasteel uitbreiden tot een paleis.  Na de overwinning van Alfons X van Castilië op de Moren in de 14de eeuw liet deze het paleis verder uitbreiden.

In het jaar 1364 nam Pedro I van Castilië de beslissing om een nieuw paleis te bouwen op deze locatie.  Hij liet een koninklijke residentie optrekken in Mudejarstijl, gebruikmakend van het al aanwezige Almohadische paleis.  Architecten uit Toledo en het toen nog Moorse Granada bouwden in slechts 2 jaar tijd voor Pedro I een residentie als uit “duizend-en-één-nacht”.  Na de dood van Pedro I gebruikte Isabel I dit paleis als uitvalsbasis voor haar krijgstocht tegen Granada.

Later, toen de eerste rijkdommen van de Nieuwe Wereld, via Sevilla binnen kwamen kozen de katholieke koningen de Alcazares als hoofdresidentie.

Keizer Karel droeg nadien bij tot de verfraaiing van het paleis door waardevolle tapijten en prachtige azulejos toe te voegen.  Tussen de gebouwen van het Alcazares liggen tuinen, terrassen, fonteinen, paviljoenen en patio’s.

 

 

(Op de fotopagina kunt u nog andere foto’s bekijken van Sevilla)

Over de auteur

Scroll naar boven